donderdag 27 september 2012

Reisverslag Malta: begin 1e week



Welkom in Malta. Reizen in Malta is reizen in de tijd. Zo maakt U op Malta wel tien tijdreizen tegelijkertijd mee. U vindt er mysterieuze tempels uit de prehistorie, steden en paleizen uit de middeleeuwen, kerken en kathedralen. Een eiland met een rijke cultuur en geschiedenis, beïnvloed door de verschillende volkeren die het eiland veroverd hebben. Een reisverhaal waar de ridders een hoofdrol in krijgen. Trek dus je harnas maar aan en neem een zwaard om Malta te verkennen en te ontdekken. Malta zal na een tijdje je hart veroveren. Deze reis heb ik gedaan met Thomas Cook. De eerste week heb ik een georganiseerde rondreis gedaan op Malta. De tweede week ben ik op eigen houtje Malta verder gaan verkennen. De volledige rondreis in de eerste week werd gedaan door 12 mensen. Daarnaast kwamen er elke dag nog mensen bij die niet het volledige programma volgden.

Het vliegtuig kwam ’s avonds laat aan op Malta. Wat mij opviel was dat Malta tamelijk verlicht was. Ook zag ik vanuit het vliegtuig vuurwerk dat in de lucht geschoten werd. De volgende morgen hebben we kennis gemaakt met de Nederlandse Linda, die het overgrote deel van de rondreis heeft begeleid. We vertrekken naar de hoofdstad Valletta. Valletta is het politieke en historische hart van Malta, als een oester verscholen achter de hoge wallen die de johannieter ridders in de 16de eeuw lieten aanleggen.

De hoofdstad van Malta dankt haar naam aan de Franse grootmeester Jean de la Valette. Hij stichtte de stad na de grote belegering in 1565. De architect Fransesco Laparelli en zijn assistent Gerolamo Casar werden belast met de planning en de uitvoering van het project. Naar hun ontwerp ontstond een stad die zowel een vesting als een cultureel centrum was. De stad had immers veel kunstschatten en kunstobjecten en deze collectie werd voortdurend uitgebreid. De Italiaan Francesco Laparelli da Cortona ontwierp een dambord van kaarsrechte straten, dat grotendeels zou worden volgebouwd met gebouwen van de Maltese bouwmeester Girolamo Casar. Men had voor de aanleg van Valletta het terrein willen effenen, maar dit bleek uiteindelijk te veel werk. Sommige straten zie je dan steil naar omhoog gaan, of zijn voorzien van trappen. De indrukwekkende forten en bastions waren bedoeld om de stad te verdedigen.

De johannieter ridders zijn afkomstig uit Jeruzalem. Omstreeks 1100 verenigde een groepje mannen zich in “de orde van het hospitaal van Sint-Jan” en nam de zorg op zich voor de zieken van het Pelgrimhospitaal in Jeruzalem. Veel ridders voelden de aandrang hun leven in te richten op een religieuzer manier dan tevoren. Het meest voor de hand liggend was monnik te worden, maar er was ook een voortdurende behoefte aan vechtjassen die de christelijke gebieden verdedigden tegen de Arabieren, en de pelgrims beschermden op hun weg naar heilige plaatsen. De orde groeide en in de orde werden de ridderidealen (trouw en dapperheid) gecombineerd met die van de monniken (armoede, kuisheid en gehoorzaamheid). Omdat het woord “vreedzaamheid” in beide rijtjes ontbrak, konden de ridderlijke monniken te strijde trekken tegen heidenen en rovers. De plicht om zieken te verzorgen zou de orde haar hele bestaan aan haar leden blijven voorschrijven. Het politieke en militaire hoofd van de orde was de grootmeester. De orde was georganiseerd in acht langues of taalgroepen.

Ze zijn ook op Rhodos geweest en later zijn ze naar Malta gegaan. De johannieter ridders ontvingen Malta in eeuwigdurende leen van de koning van Spanje (keizer Karel V). In ruil voor dit alles moesten ze de koning van Spanje jaarlijks een valk betalen. Ze wilden zich niet vestigen in de oude hoofdstad Mdina. Ze vestigden zich bij de Grand Harbour, om dicht bij hun schepen en de havens te zijn. De johannieter ridders hebben hun stempel op Malta gedrukt en hebben hier voor welvaart gezorgd. De johannieter ridders worden ook wel aangeduid als de hospitaalridders, de ridders van Rhodos of de Maltese ridders.

Eerst gaan we naar de “Upper Barraca Gardens”. Dit is een bijzonder populair klein park met verschillende bloemen, gedenkstenen en in het midden een groot standbeeld van Sir Thomas Maitland, een gouverneur in de 19de eeuw. Langs de zijmuren van het park heb je een ongeëvenaard uitzicht over de Grand Harbour, Vittoriosa (de linkerlandtong, met het fort Saint Angelo), Senglea (de landtong rechts) en oostelijk Malta. Je kan verschillende kanonnen op een rij zie je staan. Je kan langs de andere zijkant van het park, ook een bouwconstructie zien in de hoogte. Dit zal een lift worden, waarmee ze mensen die aankomen per cruiseschip in de haven rechtstreeks naar de toegang tot het historische centrum van Valletta zullen kunnen brengen. Zo moeten ze geen stevige wandeling maken naar boven.

Vervolgens passeren we de indrukwekkende barokke “auberge van Castilië en Leon”. Dit is de mooiste auberge in Valletta, die ligt op het hoogste punt van Valletta. Dit gebouw verrees onder grootmeester Pinto, wiens wapen boven de hoofdingang hangt. Het verving een oudere auberge die ontworpen was door Girolamo Cassar. Aan de hoofdingang zie je ook 2 kanonnen staan. Momenteel was er een gedeelte van het gebouw in renovatie. Oorspronkelijk had men op deze plek het Grootmeesterspaleis willen bouwen, maar de toenmalige grootmeester prefereerde meer in het centrum van Valletta te zitten.

Nadien gaan we via de straten naar de Saint John’s Co-Cathedral. We passeren het ministerie van buitenlandse zaken en een gebouw waar Napoleon Bonaparte gedurende 7 dagen heeft verbleven. Wat hier ook opvalt zijn de vele houten balkons, die vooral tal van huizen opsieren in Valletta. Je kan op Malta ook versierde balkons zien in kalksteen. Of soms zijn er zelfs zuilen verwerkt in de balkons.

De Saint John’s Co-Cathedral verrees in de jaren 1573-1577, kort na de stichting van Valletta, en werd in 1578 ingewijd. De kerk kreeg in 1816 van paus Pius VII de eretitel Co-Cathedral (“medekathedraal”). De eigenlijke kathedraal van het eiland was de kerk van de bisschop van Malta, die toen zijn zetel in Mdina had. Bouwmeester Girolamo Cassar ging bij het ontwerp van de kerkfaçade uit van een heel sobere vorm van de maniëristische stijl. De kerk heeft een langwerpig grondplan (58 x 39 m) met ongewoon diepe zijkapellen. Deze waren stuk voor stuk toegewezen aan een langue van de orde. Na de sobere buitenkant van de kerk, is het uitbundige, kleurrijke maar toch harmonieuze interieur een verrassing. Je merkt dat er geen vierkante centimeter onversierd is gelaten. De vloer dankt zijn warme en levendige kleuren mede aan de talloze, met ingelegd marmer versierde grafstenen van de ridders. De rijk geornamenteerde wanden waren oorspronkelijk bedekt met bladgoud. Het plafond, een tongewelf, is beschilderd door Mattia Preti (1613 - 1699). Hij was met deze en andere beschilderingen in de kerk vijf jaar bezig.

In de verschillende zijkapellen, kan je dan grafmonumenten, schilderijen, heiligenbeelden en wandkleden bewonderen. Nabij het grote altaar kan je twee oude orgels zien.

Nadien zijn we in het Oratorium geweest. Dit was de plaats waar de leerlingen van de orde ter kerke gingen. De zaal werd door Preti van schilderingen voorzien. Hier hangt Caravagio’s meesterlijk schilderij “De onthoofding van Johannes de Doper” (1608). Op dit schilderij zie ik ook een gevangene achter tralies die toekijkt naar de onthoofding en eveneens een vrouw die klaarstaat met een schotel om het hoofd van Johannes de Doper op te vangen. In het Oratorium mag je absoluut geen foto’s nemen. In een zijkapel kan je nog een werk van Caravagio vinden: “De Heilige Hiëronymus”. Caravagio (1573 - 1610) heeft maar twee jaar doorgebracht (1607 - 1608) op Malta. Hij onderscheidde zich door het realisme en het dramatische gebruik van licht en donker in zijn schilderijen. Zijn werken maakten grote indruk, maar riepen ook weerstand op. Zo gebruikte hij een smerige bedelaar als model voor zijn schilderijen. Dit in een tijd dat de meeste schilderijen bol stonden van geïdealiseerde en geëxalteerde heiligen. Zo een heilige was hij ook niet, want hij stond bekend als arrogant en gewelddadig.

Deze Saint John’s Co-Cathedral is echt wel indrukwekkend als je naar de versieringen binnenin kijkt. De schoonheid ervan doet U met verstomming staan. We mochten onze rugzak niet op onze rug dragen, om niet per ongeluk tegen de versierde wanden te komen. We kregen nog een toestel waarmee we de uitleg konden horen van de reisleidster in de Saint John’s Co-Cathedral. Rugzak in de hand, luistertoestel aan uw oor brengen en dan nog films en foto’s nemen met uw fototoestel. Dit wordt wel echt moeilijk als je alles goed wil doen!

Nu is het toch wel erg warm beginnen worden hier. Voldoende water drinken is de boodschap. Vervolgens zijn we naar het Grootmeesterpaleis gewandeld. Het Grootmeesterpaleis werd ontworpen door Girolamo Cassar, die ook de Saint John’s Co-Cathedral ontwierp. Sinds het tussen 1568 en 1574 gebouwd werd, is het Grootmeesterpaleis op Malta het centrum van de macht geweest. Eerst was het de residentie van de grootmeester van de johannieter orde (1574 - 1798), na 1800 het paleis van de gouverneur en tegenwoordig dient het als zetel van het parlement (sinds 1928) en kantoor van de president. Bovendien is het nu ook nog een museum.

De wat saaie gevel beslaat de hele lengte van het Saint George square. Verschillende gevelstenen herinneren aan recente hoogtepunten in de Maltese geschiedenis: Het toekennen van het George Cross aan Malta door koning George VI (1942), een boodschap van president Roosevelt (1945), de onafhankelijkheidsverklaring (1964) en het uitroepen van de republiek (1974).

We zijn naar binnengegaan en komen eerst terecht op “Prince Alfred’s Court”, een door bomen beschaduwde binnenplaats. Vanaf hier kun je een uitzicht hebben op een oud uurwerk. Dit is Pinto’s Clock uit 1745. Je kan op de toren drie wijzerplaten zien, waarvan de eerste de stand van de zon aangeeft, een tweede de juiste tijd en de derde de datum van de maand. Via trappen komen we terecht op de binnenplaats “Neptune’s Courtyard”. We zien hier ook een Neptunus beeld staan, dat vroeger bij de Grand Harbour, op de vismarkt stond. Van hieruit zijn we naar de eerste verdieping geweest. In de gangen staan langs beide kanten beelden van ridders uitgerust met helm en harnas. Ook deze gang is prachtig versierd. Het plafond is weer prachtig beschilderd. Op de vloer kan je wapenschilden zien. Aan de muren hangen schilderijen. Dit is wel heel mooi en kunstig.

Boven zijn er verschillende ruimtes waar je een kijkje kan nemen. Eerst zijn we in “Tapestry chamber” geweest. Deze zaal is genoemd naar de tien kostbare wandtapijten, die grootmeester Ramon Perelos als geschenk gaf aan de orde. Ze zijn in het begin van de 18de eeuw vervaardigd. Je kan hier vooral tropische dieren en planten op de wandtapijten zien.

In de “Throne Room” vergaderde het generale kapittel van de orde, de grote raad. Op de gouden troon, onder een baldakijn met twee maniëristisch gedraaide zuilen placht de grootmeester te zitten en later de Britse gouverneur. De zaal wordt nu gebruikt voor officiële ontvangsten. We zien hier ook een balkon dat aan de muur hangt. Bij feestelijk plechtigheden zaten hier muzikanten te spelen. Boven aan de muur loopt een fries waarop gebeurtenissen uit het Grote Beleg (1565) zijn afgebeeld.

Daarna zijn we een kijkje gaan nemen in de Red en Yellow Room. In de Red Room of ambassadeurskamer loopt er ook een fries langs de wanden. Dit verbeeld scènes uit de geschiedenis van de johannieter orde. De kamer is geheel bekleed met rood damast. Er hangen ook portretten van Europese vorsten. In de Yellow Room of Conference room was de plaats waar de zestien pages van de grootmeester verbleven. Dit waren zonen uit adelijke families, die op twaalfjarige leeftijd als bedienden naar de grootmeester werden gestuurd om een soort opvoeding te krijgen. Op hun achttiende konden ze ridder worden. In de vitrines zijn voorwerpen te zien die afkomstig zijn uit het hospitaal van de ridders. Het fries toont taferelen uit de tijd dat de orde nog in het heilige land vocht.

Bij het terug naar beneden gaan zagen we op de binnenplaats “Neptune’s Courtyard” dat er 3 soldaten met een geweer naar buiten liepen. Er gebeurde nu een afwisseling van de wacht aan het Grootmeesterpaleis. Aan de ingang naar deze binnenplaats, op het Saint George Square, staan er altijd 2 soldaten op wacht in een wachthokje. Deze 2 soldaten werden nu afgelost. Na een tijdje gaan de 2 soldaten wisselen van kant. Na de wisseling van de wacht kon je klassieke muziek horen op dit plein. Op de stenen, in het midden van het plein, kon je verschillende fonteinen zien. Op het ritme van de klassieke muziek, kwam het water nu hoger of lager naar boven. Tussen de verschillende stralen op het plein, waren kleine kinderen met veel plezier aan het spelen.

Nadien keren we met de bus terug naar ons hotel, dat gelegen is in Saint Paul’s Bay, meer in het noorden. In de vrije namiddag heb ik de kustlijn afgelopen. Langs de kustlijn zie je dat ze hier bijna geen zandstranden hebben. De meeste toeristen liggen te zonnen op de vlakke rotsformaties naast de zee. Nabij het hotel was er wel een klein aangelegd zandstrand.

Je kan ook veel souvenirwinkels vinden in Malta waar je allerlei souvenirs kan kopen. Ook veel juwelenwinkels kom ik tegen. Eveneens zijn er hier veel toeristische bureaus die excursies aanbieden voor verschillende boottochten, voor een jeep safari, voor een trip met de “MaltaSightSeeing” bus in het noorden en in het zuiden, voor stadsbezoeken, voor pretparkbezoeken, voor watersportmogelijkheden (zoals oa duiken, jetski, parasailing),…. De concurrentie voor het aanbieden van excursies op Malta is hier wel hevig.

Verder zag ik hier ook een “magic fish lounge”, waar er aan de ingang verschillende waterbakken staan met kleine visjes in. De kleine visjes beginnen te zwemmen rond uw voeten in de waterbak. Deze kleine visjes reinigen uw voeten door de dode huid cellen op te eten en zorgen voor een ontspannend effect als we de reclame mogen geloven. Deze visjes zijn meestal tussen 3 en 6 maanden oud en hebben afmetingen van 1.5 tot 2 cm lang. Normaal groeien ze tot een lengte van 12 cm en worden 4 tot 6 jaar oud. Zit daar maar aan de ingang in de “magic fish lounge” met je voeten in een waterbak. De passerende toeristen stoppen om deze vistherapie te bekijken.

Nadien ben ik terechtgekomen aan de nabijgelegen haven. Over de volledige haven liggen de verschillende boten verspreid te dobberen. Er zijn kleurrijke bootjes bij. Antieke vissersbootjes dobberen tussen moderne schepen of futuristische catamarans. Je kan op een bank gaan zitten, sluit je ogen en voel de warme lucht op je gezicht en hoor de geluiden van de dobberende boten in de haven. Je geraakt bijna in een meditatie.

Nadien heb ik nog een terras gedaan op het open plein in Bugibba, waar we het lokale bier “cisk” drinken. Liefst een halve liter, want warm is het hier wel. Dit centrale plein was niet zo ver gelegen van het hotel. ’s Avonds is het hier drukker en zit er meer volk op de banken op het middenplein. Verder merk ik hier op verschillende plaatsen telefooncellen in het straatbeeld. Soms is het een rode gesloten telefooncel. Tijdens gans de reis heb ik maar één iemand zo een openbare telefooncel op straat zien gebruiken. Het GSM tijdperk heeft deze telefooncellen nog niet kunnen verwijderen op het eiland.

De oude bussen daarentegen zijn wel verdwenen en zijn vervangen door moderne bussen. De oude bussen waren in privé bezit en men was niet zeker of hij wel reed. Er was dus geen regelmaat. Het eiland is nu in alle hoeken gemakkelijk te bereiken met het openbaar vervoer. Dit is hier zeer goed georganiseerd. Let op! 5km met de bus kan soms lang duren omdat de bus veel moet stoppen.

De volgende dag gaan we het eiland Gozo gaan verkennen. We rijden met de bus richting Cirkewwa ten noorden van Malta, waar er een pier is waar de veerboten naar Gozo vertrekken. We passeren eerst het grootste zandstrand in Malta, nl Mellieha beach. Het is ook een van de mooiste en ligt aan een baai met prachtig blauw water. Eveneens zien we op een heuveltop een fort volledig in een rode kleur, of ook wel de “Red Tower” genoemd. Dit was vroeger een fort van de ridders.

Op de bergflanken zien we terrassen aangelegd voor de landbouw. Op deze velden zien we vooral dor gras en geen beplanting van gewassen. We passeren ook typisch Maltese vakantiehuisjes. Soms lijkt de baan wel op een rollercoaster. Het gaat op en neer. Langs de weg zien we ook opeengestapelde stenen in de vorm van een iglo. Dit werd vroeger gebruikt door de landbouwers om een dutje in te doen en ook was het een plaats om hun werktuigen in te leggen.

Vanuit het noordelijke punt hier in Malta kunnen we het eiland Comino en Gozo al zien liggen. Met de veerboot varen we dan naar het eiland Gozo. We kunnen vanaf de boot de wachttoren zien die op het eiland Comino ligt. Gozo heeft geen luchthaven, dus vanuit de lucht kan je het enkel bereiken via een helikopter. Gozo wordt ook wel het eiland van de 3 heuvels genoemd. Uiteraard zijn er meerdere heuvels op Gozo te vinden.

Gozo laat zien hoe Malta er enkele decennia geleden uitzag. Een geitenkudde of een zwaarbepakte ezel hoort er nog bij het leven van alledag. Het is er rustiger en groener dan op Malta. Op een oppervlakte van 67 km² wonen ongeveer 26000 Gozitanen. Gozo heeft een ander landschap dan Malta, omdat het minder bevolkt is en er ook minder mensen wonen. Je ziet veel kleine dorpjes met velden er omheen. Gozo dankt zijn groene en vruchtbare akkers aan de blauwe-kleilaag. Door deze kleilaag verdwijnt het grondwater niet volledig. Je kan oa veel tomaten, watermeloenen, gele meloenen en wijngaarden zien op de velden. Dankzij de zonneschijn kan de vruchtbare grond ook smakelijke aardappelen en citrusvruchten voortbrengen. Ook de cactussen kan je hier vinden en ze worden gebruikt om een eigendom mee af te bakenen.

De buschauffeur werd direct geconfronteerd met een wegomlegging. Men begint aan wegenwerken waar men maar wil. Men begint hier en men begint daar. Er zit geen structuur in deze werken. De wegen zijn rommeliger en er zijn hier op Gozo meer wegen afgesloten dan in Malta. Je kan zelfs geen borden vinden van een verkeersomlegging. Je moet hier maar je weg kennen. Deze meeste wegen liggen er soms nog hobbelig bij. Momenteel worden er hier veel wegen vernieuwd. Dit komt omdat Malta in 2004 is toegetreden tot de Europese Unie en nu krijgen ze geld van Europa om iets te doen aan hun wegen net. Je kan hier ook geen fietspaden vinden. Als je fietsers op de weg ziet, dan zijn dit toeristen.

We gaan een gevarieerde dag tegemoet met veel cultuur en ook natuur. We komen aan bij de tempels van Ggantija. De twee tempels van Ggantija behoren tot de oudste en belangrijkste prehistorische tempels op Malta en Gozo. Ze zijn ouder dan de piramiden in Egypte en het monument van Stonehenge. Eigenlijk staan de oudste en vrijstaande gebouwen op Malta. Hun naam danken ze aan het geloof van de oude Gozitanen dat deze tempels wel door reuzen of “giganten” gebouwd moesten zijn: Ggantija betekent “de reuzensteen”. De tempels werden opgericht tijdens de ernaar genoemde fase van Ggantija (3600 – 3000 v. Chr.). De beide tempels zijn blootgelegd in 1827. De tempels zijn met de achterwand gericht naar het noordwesten. De ruimte tussen de binnen- en buitenmuren was opgevuld met aarde. De tempelruimtes waren niet geheel overdekt. Gaten in het dak dienden voor de afvoer van rook en lieten licht toe. De voorzijde van beide tempels heeft een licht gebogen, holle vorm, zoals gebruikelijk bij Maltese en Gozitaanse tempels. Het grootste gedeelte ervan staat er nog precies zo bij als 4500 jaar geleden. Men heeft ze nooit hoeven te restaureren. De toegangen van de beide tempels zijn goed herkenbaar. De buitenkant van de tempel is van koraalkalksteen (erg hard en bestendig tegen de inwerking van de zeewind) en de binnenkant van globigerinen kalksteen (goed de bewerken en te decoreren). De linkertempel is de oudste en grootste van de twee. Voor de ingang ligt een op zich al indrukwekkende steen die als drempel diende. Langs de façade liep een lange rand die kon dienen als zitbank. De plattegrond van de tempel bestaat uit een niervormig voorvertrek plus een klaverblad van nissen (een klavertje drie om precies te zijn), een vorm die typerend is voor de tempels uit die periode. De binnenkant was gekleurd met rode oker. Bij de ingang zat een holte die gevuld kon worden met water, zodat de gelovigen zich ritueel konden reinigen als ze de tempel betraden. In deze en andere doorgangen zitten kleinere gaten die dienden om een deur op zijn plaats te houden. Links bij de buitenwand van het voorvertrek zitten gaten waar de gelovigen of de priesters plengoffers in konden gieten. Zo verdween de geofferde drank of misschien het bloed van het offerdier in de diepte van moeder aarde. De achterruimtes betreedt U door een geplaveide doorgang. Ook hier zitten gaten voor plengoffers. Tegen de wand in de linkernis zijn de resten van altaren zichtbaar. In de nis rechts is een grote vuurplaats. De vondsten die men in deze tempels gedaan hebben zijn koppen die op de romp van de vruchtbaarheidsgodin bevestigd konden worden. Belangrijk in die tijd was de vruchtbaarheid, van zowel de mens, het dier als de gronden. De rechtertempel is eenvoudiger van opzet: hij bestaat uit twee paar tegenover elkaar geplaatste nissen. Hierin zijn minder vondsten gedaan. In die tijd was het een gigantisch werk om deze reuzenblokken op zijn plaats te krijgen. Ze werden met behulp van boomstammen naar boven gebracht op de heuvels.

De taal Gozitaans verschilt een beetje van het Maltees. Er is een dialectisch verschil. Het maakt voor mij geen verschil uit. Ik versta van beide talen niks. Het Maltees of Malti is een Semitische taal. In zinsbouw lijkt het sterk op het Arabisch. De helft van de woorden is verwant aan het Arabisch. De rest van het vocabulaire is afkomstig uit het middeleeuwse Sicilians (een Italiaans dialect), het Spaans, Frans, Italiaans en Engels.

Veel Maltezers hebben hier op Gozo een tweede verblijf. De huizen zijn hier smal en diep. Er zijn houten deuren om de warmte buiten te houden. Op de daken van de huizen kan je tonnen of een tank zien met water.

De verschillende huizen hier op Malta en Gozo hebben een naam gekregen. Zo is er naast het huisnummer ook een naambordje voor het huis. Zo zijn er ook Maltezers / Gozitanen die naar Australië uitgeweken zijn. Later zijn ze terug naar Gozo gekomen. Je kan dit afleiden aan hun gekozen huisnaam: nl “Australia”.

In Gozo is 95% van de bevolking katholiek. De oudere mensen gaan 2 maal per dag naar de kerk. Op de gevels of op de hoek van hun huis zie je een heiligenbeeld verwerkt. Bij een bepaald huis heb ik een bord gelezen waarop stond: “In god we trust” en “I love god”.

Vervolgens gaan we naar een industrieterrein en bezoeken we het bedrijf “Magro Brothers”. Je kan ze hier vanachter glas aan het werk zien, met het maken van verschillende cakes met noten. In de bijhorende winkel verkopen ze lokale drank, koekjes, koffiebonen, olijfolie, kazen, confituur, jam, tomatenpuree en andere zaken. We kunnen hier ook met een koekje proeven van de tomatenpuree.

Vroeger in de jaren 1960 / 1970 was er hier in Malta en Gozo een textielindustrie. Deze industrie is nu naar Oosterse landen gebracht. Zo zag ik in de winkel ook een werktuig voor kantklossen staan. Vooral hier op Gozo hebben ze een lange kantklos traditie.

De kalksteen is de enige belangrijkste grondstof van Malta en Gozo. Voor de industrie hier is er dus meer invoer van allerlei andere grondstoffen. De meeste vervaardigde producten in Malta en Gozo worden dan uitgevoerd naar andere landen.

Vervolgens doen we een fotostop in Xlandi. Je kan hier een klein zandstrand zien en langs de kustlijn zien we recht uit de zee komende rotsformaties.

Nadien rijden we naar de hoofdplaats Victoria en passeren eerst nog één van de vele wasplaatsen. Victoria heet in de volksmond nog steeds Rabat. Rabat (van een Arabisch woord dat “voorstad” betekent) was de officiële naam totdat de stad bij het regeringsjubileum van koningin Victoria in 1897 de huidige officiële naam kreeg. Eigenlijk was Rabat de voorstad bij de citadel, zoals het gelijknamige Rabat op Malta de voorstad is bij Mdina. Eigenlijk leiden alle wegen hier op Gozo naar Victoria.

Eerst zijn we naar een bioscoop geweest waar we een kleine film kregen over de geschiedenis van Gozo. Na het eten zijn we dan bergop gaan wandelen naar het citadel. Het huidige Victoria is voortgekomen uit een versterkt dorp op een heuvel. Op deze heuvel ligt tegenwoordig de citadel: het oude, ommuurde stadshart, hoog boven en een beetje afzijdig van de drukte in de benedenstad. Via een kleine barokke poort belandt U op het enige plein van de citadel. Hieraan liggen de Maria Hemelvaart kathedraal, links het gebouw van de rechtbank en rechts het bisschoppelijk paleis uit 1620. Links boven de rechtbank ziet U een typisch Maltees “duivelsuurwerk”: alleen een wijzerplaat, geen wijzers. Vaak hebben de Maltese of Gozitaanse kerken op een van hun torens een echt uurwerk zitten en op de andere toren een wijzerplaat met opgeschilderde wijzers. Dit was om de duivel gek te houden: als dan het stervensuur voor iemand geslagen had, was hij er niet op tijd bij om het zieltje mee te nemen.

We hebben ook een kijkje binnen in de kathedraal genomen. Voor de kathedraal zien we een standbeeld van paus Johannes Paulus. Hij was hier op bezoek geweest in 1990. Weer zien we prachtige versieringen en beschilderingen op het plafond. Ook de vloer valt weer meteen op met grafzerken die versierd zijn met marmer in prachtige kleuren. Omdat het marmer niet verbleekt en nauwelijks slijt, doen de tinten van de zerken nog verbazend fris en nieuw aan. Ook zien we bij deze kathedraal geen koepel. Alle andere kerken hier op Malta hebben een koepel. De grond waarop deze kerk gebouwd is loopt schuin af en de kerk staat niet zo stabiel. Men had hier angst voor aardbevingen en dit zou de kathedraal kunnen vernietigen. Verder hebben we nog een wandeling gemaakt over de omwalling, waar we een overzicht hadden over een gedeelte van het eiland Gozo.

Vervolgens zijn we terug naar beneden gewandeld naar de benedenstad. Hier kan je het belangrijkste plein vinden, waar er een markt aan de gang was. Deze markt is hier dagelijks. Eerst mochten we eens proeven van de locale frisdrank “kiri”: Dit vond ik niet lekker en is niet mijn smaak. Het was enorm bitter van smaak. Hier hebben we de tijd gehad om door de straatjes te zwerven. De sfeer van het oude Gozo is er goed bewaard gebleven. Er zijn hier smalle steegjes bij. Via een steegje zijn we terechtgekomen bij de Sint-Joris basiliek. De kerk is in de 17de eeuw gebouwd.

De bus had een probleem bij het kruisen van een bus in een bocht, in één van de vele smalle straten hier in Victoria. Je mag hier niet te snel rijden. Er staan verkeersborden waarop staat “slow” (traag) of het woord staat op de weg geschilderd.

Op Malta wordt alles nu strenger, zoals een rijbewijs krijgen, naar de autokeuring gaan of parkeren in de stad. Vroeger moest je maar bellen en je auto was gekeurd. Nu willen ze uw auto wel zien. Voor het parkeren zijn er nu regels en moet je betalen.

Bij het verlaten van Victoria komen we snel weer op het platteland. Er zijn wel koeien, maar ze staan op de stallen. Ook passeren we een aquaduct, die nog in de tijd van de Engelsen is gebouwd.

We naderen nu het Azure window aan het uiterste westpunt van Gozo, nl Dwejra point. Dwerja betekent eigenlijk klein huis. Hier dichtbij kunnen we ook een kalksteengroeve zien.

Het Azure window heet in het Maltees eenvoudigweg “It Tieqa” (of het venster). Het “blauwe venster”, met een rechthoekig gat erin dat door erosie is ontstaan. Door het gat zien we de blauwe zee en de blauwe lucht, vandaar blauw. Hier kan je prachtige foto’s nemen. Verder ben ik ook nog gewandeld tot boven op deze rotsformatie om een prachtig uitzicht te hebben langs beide kanten van de rotsformaties hier in de zee. Een beetje verder is er ook de Fungus Rock of zwammenrots. Het is een rotseilandje waarop een zeldzame zwam groeide en waar men genezende krachten aan toeschreef.

We keren terug naar de haven in Gozo om de veerboot terug te nemen naar Malta. Nog eventjes moeten we wachten in een wachtzaal om in te schepen. We kunnen nog eventjes rustig zitten. Plots staat iedereen recht in de wachtzaal en gaat iedereen aan de poort staan om naar de boot te kunnen gaan. Vervolgens gebeurd er niets en blijven we daar staan. Volgens mij is er 1 persoon, die recht heeft gestaan en al de rest is massaal gevolgd. Nu ja, de mensen hebben een kuddegedrag.

Terug op Malta gaan we met bus terug naar het hotel. We passeren ook nog Popeye village in Anchor Bay. Dit is een dorpje van krakkemikkige kleurrijke houten huizen, die zijn gebouwd als decor voor de speelfilm “Popeye”. Momenteel doet het dienst als een atractiepark. Op Malta zijn er al veel films opgenomen zonder dat Malta op zichzelf in het verhaal voorkomt. (oa de films “Troy”; “Christopher Columbus – the discovery”; “The Clash of the Titans”,…). Ook zijn er hier op Malta filmstudios te vinden.

Zo dames en heren, dit was een leuke dag hé. De reisleidster Linda bleef maar vertellen en vertellen over Gozo en Malta. Er kwam bijna geen einde aan.

De volgende dag ben ik vertrokken op een kleine boot van “Romantika” tours in de haven van Saint Paul’s Bay voor een vaart rond het eiland Comino. Comino is 2,7 km² groot. Het heet in het Maltees Kemmunett, naar het komijnkruid dat hier vroeger in overvloed groeide. De vaste eilandbevolking bedraagt twintig zielen.

Saint Paul’s Bay zou de plaats zijn waar de apostel Paulus aan wal kwam, nadat zijn schip in een storm verzeild geraakt was. De Maltezen zouden de Maltezen niet zijn als dit niet herdacht zou worden met kerken, kapellen, beelden en feesten. Later gaan we nog de bijhorende kerk Saint Paul’s Shipwreck gaan bekijken in Bugibba.

We varen eerst tussen Malta en de Saint Paul’s eilanden, die ten noorden van de Saint Paul’s Bay liggen. Op het eiland Selmunett zien we een standbeeld staan van de apostel Paulus.

We passeren op weg naar Comino reeds een eerste grot langs het water. De rotsformaties komen recht uit de zee. De natuurelementen hebben in de loop der tijden door erosie deze grotten gevormd. Het viel op dat in de nabijheid van deze grotten het water helderblauw was. De boot vertraagde eventjes om hiervan te kunnen genieten en mooie foto’s te nemen.

Tussen Malta en Comino liggen er kweekvijvers voor vissen. Ook nu zien we langs het eiland Comino prachtige rotsformaties en grotten. De kleinere boten kunnen iets dieper in de grot varen. Op Comino zelf zien we de Saint Mary’s wachttoren die in 1618 gebouwd is door een grootmeester.

Uiteindelijk maken we een stop aan de Blue Lagoon. Dit is de bekendste attractie hier en het dankt zijn naam aan het heldere blauwe water. De Blue Lagoon ligt tussen het eiland Comino en het kleine buureiland Cominotto. In het heldere water kan je vissen zien zwemmen. Hier zal de boot stoppen voor 4 uur. Hier stap ik over in een speedboot om de grotten van Comino te gaan verkennen. De bestuurder van de speedboot zet zijn zonnebril op en de beatmuziek vollen bak en weg zijn we. Met de speedboot maakt hij grote cirkels naar links en dan naar rechts. Het opspattende water vliegt in je gezicht. Een beetje show van de speedboot bestuurder. Echt tof! En leuk om mee te maken. Met de speedboot kan hij iets dieper in de grotten varen totdat je bijna volledig in het donker zit. Dit is wel mooi om de grotten te zien hier en zeker een aanrader om dit te doen.

We komen terug met de speedboot in de Blue Lagoon. Dit is hier een plek om niets te doen, dit wil zeggen zwemmen, snorkelen, zonnebaden, wandelen en genieten. Om een rustig plekje te vinden is het moeilijk hier nabij de Blue Lagoon. Druk, druk, druk! Veel mensen zitten op een kleine oppervlakte bijeen, zoals sardienen in een blik. Ikzelf ben het eiland gaan verkennen en heb een wandeling gemaakt via paden naar de Saint Mary’s wachttoren. Buiten de Blue Lagoon is het rustig en kan je eveneens genieten van de natuur. Vanop deze toren heb je een prachtig uitzicht op het eiland Malta, het eiland Gozo en de Blue Lagoon. Je kan de grote veerboten zien varen tussen Malta en Gozo. Het eiland zelf is vooral dor met veel stenen en kasseien. Ik heb ook een wandeling gedaan naar het enige luxueus hotel Comino aan de noordzijde op het eiland.

In de Blue Lagoon hebben ze vroeger ook een stuk uit een James Bond film opgenomen. Ik zag hier al een Bond girl uit het water komen in een baai. Alé, een mooie vrouw in bikini die uit het water kwam voor de camera van haar man.

Na ons verblijf in de Blue Lagoon keren we met de boot terug naar de haven in Saint Paul’s Bay. We passeren nog langs het eiland Comino, de “olifantenrots”. Met je verbeelding kan je hier het hoofd van een olifant en zijn slurf in zien. Mooi!

vrijdag 21 september 2012

Reisverslag Malta: einde 1e week



We wachten de volgende dag op de bus met reisleidster Linda. Ja, daar is onze bus. Neen, toch niet. Het is niet de onze. Allemaal kinderen met een blauwe rugzak stappen op de bus. Ze zullen worden vervoerd naar een school waar ze 2u les hebben om een taal te leren. Een soort taalvakantie. Er zijn hier op Malta veel taalinstituten om Engels te leren. Beide talen Engels en Maltees worden onderwezen op de lagere school. Hier op Malta hebben de kinderen 3 maanden vakantie. Men heeft hier 3 types van scholen: de “overheidsscholen” zijn gratis. Bij de “kerkscholen” moet je een donatie geven van 500 Euro per jaar. De boeken en vervoer betaal je ook. De “particulier scholen” zijn duur. De kinderen zullen nooit per fiets naar school gaan, omdat het hier gevaarlijk is om te fietsen.

Eindelijk daar is Linda met wat vertraging. Vlug een sticker op de T-shirt om toch maar herkenbaar te blijven. We vertrekken naar de blauwe grot. Ja, het zal niet de laatste grot zijn die ik hier zal bezoeken hoor. We hebben geluk, de kleine bootjes gaan uitvaren naar de blauwe grot. Bij een te grote wind en een te hevige zee is het te gevaarlijk om naar de blauwe grot te varen.

Eerst passeren we de smalle baai Salina Bay. Deze baai is genoemd naar de zoutpannen die er nog steeds liggen en die in de 17de eeuw werden aangelegd. Na vertrek van de ridders raakten ze in verval, maar de Britten bliezen ze weer nieuw leven in. In de Romeinse tijd was de baai een haven. Archeologen hebben amforen en scheepsankers teruggevonden uit die tijd.

Langs de kust zie je veel wachttorens, die vroeger in de 17de eeuw werden gebouwd in de tijd van de johannieter ridders. Deze uitkijkpost was nodig om de kust te bewaken en te beschermen voor aanvallen van toeristen. Euh, ik bedoel piraten en veroveraars. Malta is een strategisch interessant gebied. Daardoor zijn er veel volkeren gekomen om het te veroveren en te bezetten. De Turken zijn er nooit in geslaagd om het eiland te bezetten.

We passeren ook kazernes uit de Britse tijd. Momenteel worden die nu gebruikt voor school, voor behuizing van Maltese families of ze staan leeg. Momenteel heeft Malta wel een leger. Het is klein, maar fijn.

Onderweg naar de blauwe grot passeren we oa de universiteit in Valletta, een nieuw moederhuis, een renbaan voor paardenraces, het enige golfterrein in Malta, steengroeven voor kalksteen en een bedrijventerrein met oa een fabriek die micro elektronica chips vervaardigen. In deze fabriek werken de meeste mensen en werkt men in ploegen.

In de verte zien we ook een kerkhof met graven in neogotische stijl. In Malta wordt er geen crematie gedaan. Men moet de overledene binnen de 24u begraven. Het is hier te warm om de overledene lang te bewaren.

De landschappen zijn hier vooral droog en dor. We merken ook op dat de aarde op de velden vooral rood gekleurd is. Het is rode vruchtbare grond. Er zijn hier veel aardappelvelden te zien. De omheining van de velden gebeurd met opeengestapelde stenen. Deze dienen ook tegen bescherming voor de wind.

We zijn aangekomen aan de blauwe grot (The Blue Grotto). We stappen in felgekleurde kleine bootjes en doen onze zwemvest aan voor de veiligheid. “Grot” is eigenlijk een groot woord voor de uitholling in de rots die we gaan zien. Het bijzondere aan de blauwe grot is de merkwaardige spiegeling van de zon in het water en op de rotswand, die voor een spectaculair blauwgroen lichteffect zorgt. Met de kleine bootjes varen we in “de blauwe grot”. Plots zien we een imposante natuurlijke brug waaronder we varen. Deze natuurlijke brug kan je het best bewonderen van op een toegangsweg op het vasteland. Naast de blauwe grot, varen we nog langs vijf kleinere grotten. Als je tussen deze rotsformaties vaart voel je wel hoe klein je wel bent. Diep in de zee zien we in de verte een olieboorplatform en ook het kleine eiland Filfla.

Zo dames en heren, dit was leuk hé. Jawel, het was prachtig. Vervolgens rijden we naar het vissersdorpje Marsaxlokk. “Marsa” in de naam Marsaxlokk betekend haven en het is een woord van Arabische oorsprong. Dit is wel een fotogenieke haven met al zijn verschillende kleurrijke Maltese visserbootjes, die verspreid liggen in de haven. Niet alleen de felle kleurtinten vallen op, ook de twee oogjes op de boeg. Men noemt deze visserbootjes ook wel “luzzu’s”. De ogen zijn die van god. De bedoeling ervan was om de boze geesten weg te houden, de vissers te beschermen en voor een goede visvangst te zorgen.

Langs de kade was men een boot aan het herstellen. Een andere lag klaar om te schilderen. Ik zag de netten hier liggen op de kade. Ook kan je ze hier de vissersnetten zien repareren. Momenteel is er op de kade ook een markt aan de gang. Hier heb ik eens geproefd van de locale cactuslikeur. Dit smaakt niet slecht. Je kan hier likeuren vinden van verschillende vruchten. Langs de kade kan je ook een terrasje vinden om de dorst te lessen.

Momenteel zal er dit weekend feest zijn in het dorp met vuurwerk. Je kan zien dat de straten versierd en gedecoreerd zijn met gekleurde slingers en doeken. Er hangen verschillende tapijten of doeken met religieuze afbeeldingen over de weg. Aan sommige balkons kan je foto’s zien hangen van Maria. Men plaatst voor de kerk grote standbeelden van heiligen. Ook hier in Marsaxlokk hebben ze een mooie opvallende kerk op een plein. Ook de kerken worden ‘s avonds kleurrijk verlicht tijdens deze feesten. Overdag kan je een knal horen van vuurwerk en zie je ergens een rookpluim. Men doet dit om de naburige dorpen te verwittigen dat er bij hun ’s avonds feest zal zijn, zodat ze naar hun dorp zouden komen. Niet zo ver hiervandaan is er een vuurwerkfabriek, die we met de bus zijn gepasseerd. Je merkt wel degelijk dat Malta katholiek en gelovig is. Toch is dit wel indrukwekkend, al deze religieuze decoraties en versieringen.

Ook in de bus naast de buschauffeur merk je dat er ofwel een paternoster, een kruisje of een klein Maria beeldje hangt aan de spiegel. Of ik lees op een sticker een spreuk dat ze in god geloven. Ze rekenen eigenlijk door dit te doen op bescherming van hierboven.

We keren terug naar het hotel. In de omgeving van Marsaxlokk kan je veel wijngaarden zien in de velden. Er zijn hier dan ook wijnfestivals in de zomer. Vandaar dat ik in het hotel eens de locale Maltese wijn ben gaan proeven, zowel een witte als een rode wijn. Pjazza Regina Red of White stond er op de fles.

Later heb ik nog met een rijdende “fun trein” een volledige verkenning kunnen doen van Saint Paul’s Bay. We horen in de speakers van het treintje Maltese rock muziek. Ik merk op dat ze op de balkons van verschillende appartementen hun gasfles zetten. We passeren met het treintje de kerk Saint Paul’s Shipwreck in Bugibba. Op de plaats van de kerk zouden apostel Paulus en de evangelist Lucas begonnen zijn met de eilandbewoners te bekeren, die er diep van onder de indruk waren dat Paulus niet bezweken was aan het gif van een slang die hem gebeten had. De kerk was oorspronkelijk 14de eeuws en verbouwd in het begin van de 17de eeuw, werd in de Tweede wereldoorlog getroffen door een bom. Men heeft haar bijna van de grond af moeten herbouwen.

Nadat Malta in 2004 is toegetreden tot de Europese Unie, hebben ze in 2008 de Euro ingevoerd. Vroeger betaalde men hier met de Maltese Lira.

Vandaag rijden we richting Mosta. Mosta is vooral bekend om zijn grote, neoclassicistische koepelkerk, die vanaf een groot deel van het eiland te zien is. Dit is de op drie na grootste koepel van Europa. Hij heeft een doorsnee van 39.6 m en wordt gedragen door 8 m dikke muren. De koepelkerk is 60 m hoog. De bouw van de koepelkerk duurde bijna 40 jaar: In 1833 begonnen de bewoners van Mosta te bouwen en in 1871 kwam de kerk gereed. De mannen van het dorp offerden hun vrije zondag op om aan de bouw mee te helpen. Zo werkten er op zondag wel twee keer zo veel mensen aan het gebouw als door de week. Iedereen die een substantiële bijdrage leverde aan de bouw mocht begraven worden in de kerk. Zo zijn er de monumenten van de priester, de architect, en vooraanstaande burgers die een deel van de kerk bekostigden. De schilderingen van het leven van Jezus zijn gemaakt door Giuseppe Cali aan het eind van de 19de eeuw. In de kerk hebben we ook een kijkje kunnen nemen in de sacristie. Weer vanbinnen is deze kerk indrukwekkend om te zien. Voor de ingang van de kerk zien we grote zuilen.

In Mosta zien we grote huizen en ze hebben een voortuin. Dit is er gekomen onder de Engelse invloed.

We rijden nu eerst naar een fabriek, waar ze glazen kunstwerken maken. Hier zien we verschillende glasblazers aan het werk met het vervaardigen van vazen. De glasbol wordt in de ovens op zeer hoge temperatuur gebracht. Daarna blazen ze op een lange staaf en kloppen met het geheel tot ze de gewenste vorm krijgen. Het is volgens mij niet leuk om hier een ganse dag in deze hitte te werken. En dan kijken de toeristen nog toe terwijl je werkt. In de winkel kunnen we dan volledig afgewerkte glaswerken bewonderen. Dit zijn echt mooie vazen en beelden uit glas. Helaas zulke grote vazen kunnen niet in de valies!

Nadien trekken we naar het Arts en Crafts Village in Ta’ Qali. Op diverse plaatsen zijn dorpen ingericht voor de Maltese ambachtslieden. Ta’ Qali is één van de vliegvelden die tijdens de tweede wereldoorlog werd gebruikt. Na de oorlog besloot men de golfplaten loodsen van het vliegveld te verhuren als atelier of fabriekje voor Maltese handwerkslieden. Dat werd een groot succes. We zijn op bezoek geweest in een juwelierszaak. Zo maken ze hier miniatuur figuren in ijzerwerk. Zo stond er oa op de werktafel een miniatuur ridder, een schip, een gitaar en een motor gemaakt van zeer dun ijzerwerk. Dit waren prachtige werkstukjes. Toen we daar waren hebben ze een demonstratie gegeven bij de uitvoering van een figuur. Zij was nu bezig met het Maltese kruis aan het maken. Dit was fijn en geduldig werk. Er zijn hier voor de toeristen ook souvenirwinkels.

Voetbal is de nationale sport op Malta. De trots van het Maltese voetbal is het nationale Ta’ Qali voetbalstadium, dat ook gelegen is op het voormalige vliegveld.

In de verte zien we hoog boven de omgeving (225 m) al de stad Mdina liggen. Dit is wel een gunstige ligging voor deze stad.

We komen nu aan in de oude hoofdstad Mdina. De Romeinen maakten de plaats tot hoofdstad van Malta en noemden het eiland en de stad “Melita” (of honingeiland). De Arabieren kozen de Romeinse hoofdstad Melita als hun eigen hoofdstad en herdoopten haar in Mdina. De Arabieren verdeelden de plaats in tweeën: de kleine citadel Mdina (“ommuurde plaats”) en het grotere Rabat (“voorstad” of eigenlijk “plek waar men de paarden vastbindt”). Ze voorzagen Mdina van stadsmuren en een omgrachting. Ook na de nederlaag van de Arabieren (1090) bleef Mdina de hoofdstad van het eiland. De johannieter ridders kozen er na hun komst in 1531 voor om hun hoofdstad aan de Grand Harbour te hebben, dicht bij hun schepen. Hierdoor verhuisde het centrum van de macht naar Birgu en later Valletta. Mdina werd in die tijd “de oude stad” genoemd. Het veranderde geleidelijk in een museumstad. Vandaar dat men het nu “de stille stad” noemt. Maar Mdina wordt pas echt een stille stad als het duister invalt. Momenteel wonen er nog 300 mensen in de stad.

We worden afgezet bij de grote toegangspoort van Mdina, de Mdina Gate. Mdina telt slechts twee stadspoorten, beide gelegen aan de zuidzijde van de stad. De kleinere van de twee poorten is de Greek’s Gate. Aan de grote toegangspoort, zie je veel paarden met kar staan. Hiermee kun je een ritje doen in de stad. Deze toegangspoort is gebouwd in opdracht van grootmeester Antonio Manoel de Vilhena, die regeerde van 1722 tot 1736. Deze toegangspoort is een pronkstuk. Als we door de poort gaan komen we terecht op een plein, het Saint Publius Square, met links de Torre del Standardo, waar de wachters van de stad verbleven, en rechts het Vilhena Palace. Het imposante, barokke Vilhena Palace was bedoeld als zomerresidentie van grootmeester Antonio Manoel de Vilhena. De zijvleugel werd in 1907 ingericht als hospitaal voor tuberculosepatiënten. Dit hospitaal bleef tot 1956 in gebruik. Sinds 1973 herbergt dit gebouw het museum of Natural history.

Je merkt dat er hier auto’s rijden en geparkeerd staan. Sommige straten zijn maar zo breed als de breedte van hun wagen. Enkel de bewoners mogen met hun auto de stad in. Er zijn hier veel smalle straten te zien.

Vervolgens wandelen we richting benedictinessenklooster. Deze ligt aan de achterzijde van het Saint Publius Square, tegenover de Mdina Gate. We volgen de straat die langs de linkerzijde van het klooster loopt. Links in deze straat ligt het Palazzo Inguanez, dat toebehoorde aan een van de oudste van de 29 adellijke families van Malta. Een beetje verder in de straat staat er een vrouw in typische klederdracht om ons te lokken naar Mdina experience. Hier kan je meer te weten komen over de geschiedenis van Mdina. Wandelen we verder in de straat dan komen we terecht op een nieuw plein (dit is het Saint Paul’s Square). Hier zien we de barokke Petrus-en-Pauluskathedraal, de voormalige hoofdkerk van het bisdom Malta. Lorenzo Gafa ontwierp de kerk, die gebouwd werd in de jaren 1697-1702. Voor de kathedraal zie je 2 kanonnen staan.

We wandelen nu verder en passeren een karmelieten klooster, de kerk van de karmelieten aan de ene kant en de Sint-Rochuskerk aan de andere kant. Schuin tegenover de kerk van de karmelieten ligt het oudste huis van Mdina, Palazzo Falzon. In zijn oorspronkelijk vorm had de 12de eeuwse gebouw slechts een begane grond. De eerste verdieping is in de 15de eeuw toegevoegd. In het huis kan je een verzameling vinden van archeologische voorwerpen en kunst.

We komen terecht op het bastion Square. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht op het eiland Malta. In de verte kan je de koepelkerk van Mosta zien. We zien duidelijk de grote woonconcentratie rond Valletta en Sliema. Aan de linkerkant hiervan herkennen we Saint Paul’s Bay.

Malta is het dichtstbevolkte eiland ter wereld. Zo’n 400000 inwoners delen de 316 km² van het beschikbare oppervlak op de eilandengroep. Van de bevolking van het eiland Malta woont twee derde in het verstedelijkte gebied rond Valletta en Sliema. Zo’n 25 dorpjes en stadjes zijn hier aaneengegroeid tot een afzienbare zee van huizen, slechts onderbroken door een doolhof van autowegen. De trend is echter dat men uit dit gebied wegtrekt om in de stillere streken van het eiland te gaan wonen.

We keren via een andere weg terug naar de Petrus-en-Paulus kathedraal. We passeren Fontanella, dit is een theeschenkerij die gedeeltelijk op de stadswallen ligt. Je merkt ook op dat sommige ramen zijn afgesloten met traliewerk.

Nabij de kathedraal zien we het kathedraal museum. In een barok gebouw dat oorspronkelijk als priesterseminarie was gebouwd, huist nu het verrassend rijke museum dat bij de kathedraal hoort. In dit museum kan je priestergewaden, oude zangboeken, heiligenbeelden zien. Maar ook en vooral een rijke collectie aan schilderijen zijn er te bewonderen.

Een beetje verder komen we terecht op een pleintje. Aan dit pleintje ligt het Corte Capitanale (het oude gerechtsgebouw) en Xara Palace. Voor Xara Palace heb je de mogelijkheid om iets te eten. Dit gebouw doet nu dienst als hotel. Vanaf het grote balkon tussen Xara Palace en Corte Capitanale werden officiële aankondigingen gedaan door het stadsbestuur. (vb de graanprijs gaat stijgen, er is een gevangene ontsnapt,…)

Mdina is echt wel een prachtige oude hoofdstad. Vrije tijd hebben we nauwelijks gehad tijdens dit bezoek en dit was wel spijtig. Deze stad is zo aantrekkelijk, dat ik er later nog eens terug naar toe ben gegaan.

De komst van de johannieter ridders bracht een opleving in bouwactiviteit. Hun architecten introduceerden ook de late renaissancestijl en het maniërisme op Malta. De late renaissancestijl hanteerde nog steeds de bouwelementen die in de eerdere fasen van de renaissance uit de klassieke oudheid waren overgenomen (zuilen, frontons, sierlijsten en rondbogen), maar kenmerkte zich door een zekere strengheid. In het maniërisme bleef men ook gebruik maken van de antieke bouwelementen, maar men voegde een overvloedige decoratie toe, om de laatrenaissancistische strakheid te doorbreken en te verlevendigen. De barok maakte in de loop van de 17de eeuw haar entree. Zij onderscheidde zich van de renaissancestijl en maniërisme door een imposant uiterlijk, bedoeld om het gezag van kerk of vorst te onderstrepen. Op Malta ging het daarbij natuurlijk vooral om de grootheid van de johannieter orde. Anders dan in de renaissancestijl werd een grote gevel of muurpartij niet onderverdeeld in stroken met kleine zuilen en pilasters, maar koos men voor grote, vaak logge zuilen die bijna zo hoog waren als de muur waar ze voor of tegenaan stonden. Naast barok konden andere bouwstijlen zich maar moeizaam een plaatsje verwerven. Vandaag de dag worden nog veel huizen in een soort barokstijl gebouwd. Omdat het bouwmateriaal, de globigerinenkalksteen, goedkoop en makkelijk te bewerken is, kan men zonder al te veel moeite zijn huis voorzien van sierlijsten, balustrades en balkons.

We gaan nu een bezoek brengen aan de Dingli cliffs. Hier ligt het hoogste punt van Malta, op 253 m hoogte. Het dorp Dingli is het hoogst gelegen plaatsje van het eiland. Onderweg zien we een paleis dat ligt in een verlaten landschap. Momenteel is het de zomerresidentie van de minister-president. Op weg naar de Dingli Cliffs hebben we wel een zeer hobbelige weg. Eerst gaan we gaan kijken naar prehistorische “karrensporen” (cart ruts). Dit is het opvallendste overblijfsel uit de prehistorie. Dit zijn dubbele sleepsporen die uitgesleten zijn in de kalksteenbodem. De sporen liggen 1,2 tot 1,4 m uit elkaar en zijn tot 75 cm diep. Ze zijn mysterieus omdat we er weinig van afweten. We zien hier ook op deze plaats een radarstation om het vliegverkeer te regelen. Van gifslangen moeten we hier ook geen schrik hebben, want die zijn hier niet te vinden op Malta. Ik vind het niet echt spectaculair of indrukwekkend wat we hier zien van de Dingli cliffs, gezien van op het vasteland.

Vervolgens trekken we naar Rabat en gaan we naar de Sint-Pauluskerk. Deze barokkekerk verrees in 1683, naar een ontwerp van Lorenzo Gafa. Wij gaan met de trappen naar beneden en gaan nu de grot van de heilige Paulus gaan bezoeken. De overlevering wil dat de apostel Paulus in 59 n. Chr. hier een paar maanden heeft gebivakkeerd, voordat er een boot was gevonden die hem mee kon nemen naar Rome. In die tijd voer men ’s winters niet. In de tijd van de Romeinen deed deze grot dienst als gevangenis. Nu hebben ze dit omgevormd tot kapel. Je kan hier tegen de muur ook nog afgegaane muurschilderingen zien en in de nissen hebben ze nu heiligenbeelden gezet. In een aparte grot zien we een beeld van Paulus en er hangt hier ook een schip, om aan te geven dat hij hier schipbreuk heeft gehad. De legende wil dat als je een steentje uit deze grot nam, dat dit je beschermde tegen ziekte.

Nu gaan we een typisch Maltese maaltijd gaan eten. Voor mij is de Maltese keuken eenvoudig. We krijgen een tomatensoep, een hoofdgerecht van gebakken aardappelen, prinsessenbonen, en een stuk vlees overgoten met een saus. Als dessert krijgen we een watermeloen. We krijgen zowel voldoende witte als rode wijn. Dus eigenlijk is dit dagelijkse kost. Het is vooral de Italiaanse keuken die veel invloed heeft uitgeoefend op het Maltese koken en eten. De rol van de Engelse keuken is beperkt gebleven.

Na goed gegeten te hebben gaan we terug naar Valletta en gaan we naar Malta experience. Deze veel bezochte attractie huist in de gebouwen van het hospitaal. Hier is er een bioscoop waar we een voorstelling krijgen van de geschiedenis van Malta. Niet in slaap vallen hé! In essentie is het een diavertoning, maar de dia’s worden heel groot vertoond op een breedbeeldscherm. Door de muziek en de geluidseffecten krijg je wel een levendige voorstelling. De uitleg tijdens de voorstelling kan je via een koptelefoon in je eigen taal beluisteren. Voor Malta is het grootste gevaar altijd van de zee of via de zee gekomen. Verschillende volkeren hebben Malta willen veroveren. Tijdens de wereldoorlog kwam het gevaar van de Duitsers voor het eerst via de lucht.

Je kan hier in Valletta verschillende boxen zien staan waar ze hun paard en kar kunnen parkeren of stationeren. Hier staan de dieren onder een afdak en in de schaduw. Ook kan je een verkeersbord zien staan dat men hier met paard en kar kan stationeren.

Bij de verschillende oversteekplaatsen merk ik dat de voertuigen direct stoppen om de voetgangers de weg te laten oversteken. De overstekende voetganger is hier nog koning!

De volgende dag gaan we weer terug naar de prehistorische tijd hier op Malta. Deze keer niet met Linda, maar met reisleidster Hanne. We rijden met de bus eerst naar Tarxien. Onderweg passeren we de gevangenis op Malta. Dit is het enige 6 sterren hotel volgens de Maltezers. Regelmatig zie ik langs de weg gedenkstenen van overleden mensen.

We passeren met de bus het Saint Philips ziekenhuis in Valletta. Dit is een “privé ziekenhuis”. Heb je een privé-dokter dan betaal je hem 8 Euro voor een bezoek en bij een specialist is dit 25 tot 30 Euro. Daarnaast heb je hier ook nog een “staatsziekenhuis”. Hier is de gezondheidszorg gratis. Dit systeem werkt hier goed.

We zijn aangekomen nabij de tempels van Tarxien. De tempels liggen midden in een woonwijk. Ze zijn vooral interessant omdat ze vergeleken met de andere prehistorische tempels betrekkelijk laat (1914) zijn ontdekt en deskundig werden opgegraven. Het hele complex omvat een klein doolhof, bestaande uit maar liefst vier tempels, waarvan twee heel goed en de andere slecht bewaard zijn gebleven. Waarschijnlijk liggen er ook nog resten onder de omliggende huizen. De tempels die je hier ziet kwamen tot stand in de fase van Tarxien (3300/3000 - 2500 v. Chr.). Bij het binnengaan in de tempel zien we een kopie van een beeld van de vruchtbaarheidsgodin. De gevonden beelden zonder hoofd zaten hier blijkbaar goed in het vet. Beelden met grote heupen wijzen erop dat vruchtbaarheid belangrijk was in die tijd. Nabij het beeld zien we ook een nis waar een altaar stond. Er zijn hier dierenbotten teruggevonden. In een andere nis vond men reliëfs met dieren erop afgebeeld. De voorwerpen die hier gevonden zijn, zijn naar het archeologisch museum in Valletta gebracht. Een hoop stenen, met hier en daar een figuurtje in de steen, met hier en daar een gevonden voorwerp. Dit is eigenlijk een goede samenvatting.

Het volgende bezoek is de grot van de duisternis. De oudste prehistorische resten op Malta rekent men tot de zogeheten Ghar-Dalamcultuur. (5500 - 4500 v. Chr.). In deze grot zijn er oudere resten van prehistorische dieren en ook menselijke sporen te voorschijn gekomen. In die tijd leefde men nog in grotten. Misschien was de grot echter ook een soort bronnenheiligendom. Waarschijnlijk waren potten voor Ghar-Dalammensen nog belangrijke symbolische en religieuze voorwerpen. Tot het einde van de grot kunnen we niet lopen, omdat er daar instortingsgevaar is. In de grot kan je ook gekleurde stalactieten en stalagmieten zien. Veel later (na 4500 v. Chr.) verlieten de mensen de grotten en gingen in kleine dorpjes met ronde hutten wonen.

Buiten de grot zien we ook een johannesbroodboom. De vruchten hangen zoals snijbonen aan een boom en zien er bruin uit. Dit smaakt wel zoet als je het proeft. We kunnen hier ook de nationale plant van Malta zien (in 1971 officieel als zodanig uitgeroepen). Dit is de Maltese rock-centaurie en deze plant kan je enkel op Malta vinden en komt dus niet ergens anders voor. Hij groeit vooral tegen de klippen op. De plant was nu in volle bloei met roze, sprietige bloemen op lange stelen.

Nadien gaan we hier nog het bijhorende museum gaan bezoeken, waar je verschillende botten in de vitrinekasten kan zien hangen. Er zijn ook skeletten te zien van prehistorische dieren en je kan informatie vinden over de verschillende dieren die hier vroeger leefden.

Nadien zijn we gaan kijken naar de tempels van Hagar Qim, die in 1836 zijn opgegraven. Hagar betekend eigenlijk “stenen van verering”. Deze tempel ligt hier in het kale verlaten kustlandschap. Dit tempelcomplex is volledig overdekt. Je kan rond de tempel lopen. Normaal had een tempel slechts één toegang, maar je merkt hier dat er twee zijn, die in een rechte lijn met elkaar verbonden zijn. De verschillende vertrekken van het heiligdom zijn in de loop der tempeltijd (3600 - 2500 v. Chr.) tot stand gekomen en uiteindelijk op een wat chaotische manier met elkaar verbonden tot één tempel. Men vond in de tempels gebeeldhouwde altaren, de meer mollige beelden van de vruchtbaarheidsgodin. Ook kan je figuren zien in de stenen. Ook was er in de tempel een orakelkamer. De vondsten uit Hagar Qim liggen ook in het nationale museum van archeologie in Valletta. Onderaan de grote rechtstaande stenen zie je een inkeping. Dit diende vroeger om met behulp van een boomstam de grote steen recht te zetten. Ook zag ik dat men cement gebruikte om een scheur in een steen te herstellen. De stenen konden breken indien er zout in de steen kwam en dit zout gaat dan kristalliseren.

Tijdens mijn wandeling zag ik dat er een ponton in de Saint Paul’s Bay lag van waarop men het vuurwerk zal afschieten. Nabij appartementen heb ik een constructie gezien die ook tijdens de vuurwerkfeesten zal gebruikt worden. Ook het dorp was nu rijkelijk versierd in de straten met slingers, met grote religieuze doeken, met foto’s van Maria aan de balkons, met heiligenbeelden, met lampen aan de kerk en een podium voor de fanfare. Bij het afsluiten van de eerste vakantieweek horen we de vuurwerkknallen al bij het drinken van een aperitief.

woensdag 19 september 2012

Reisverslag Malta: begin 2e week

.

De volgende dag veranderen we van hotel en gaan we met een bus richting Saint Julian’s Bay. We komen aan in een hotel, waar luxe en service van het personeel troef is. Het eten in dit hotel is zeer verzorgd en lekker. Er zijn hier zelfs kamers waar ze een bubbelbad op hun balkon hebben. Een kamer met zeezicht, waar ik zag dat de zee misschien reeds bezig was met een nieuwe grot aan het vormen in de rotsformaties langs de kustlijn.

In de namiddag gaan we de omgeving gaan verkennen. Ik ben gelopen tot aan een grote toren in Saint Julian’s die reeds opvalt van op een afstand. Deze hoge toren is een zakencentrum. Je passeert dan de eerste baai met een klein strand. Dit is de Saint George Bay. De temperatuur bereikt vandaag een maximumtemperatuur van 37 graden. Het is warm en veel drinken is noodzakelijk.

In het verkeer hier op Malta rijden ze links. Het middenplein van de ronde punten zijn op sommige plaatsen tamelijk groot. Je kan hier ook flitscamera’s zien die niet aan de kruispunten staan. Ze worden wel goed aangegeven langs de weg met op een bepaalde plaats zelfs twee waarschuwingsborden.

’s Avond ben ik gaan wandelen naar de kerk van Saint Julian’s. Er stonden voor de kerk enorm veel mensen. Hier is dat feestje! De parochiefeesten zijn een mengeling van religie en wereldse levenslust. Er horen processies bij en ze spelen zich af rond de kerk, maar daarnaast zijn het gewone feesten, met vuurwerk, dansen, fanfares en veel eten en drinken.

Je hoorde om de minuut dat er een vuurwerkpijl werd afgeschoten. Er was nu een processie aan de gang voor de kerk. Enkele mannen in witte gewaden stonden buiten rond een groot Maria beeld. Dit Maria beeld stond op een plateau waardoor het mogelijk was dit te dragen. Ondertussen was er een persoon die buiten voor de kerk een lezing of gebed deed en dit in het Maltees. Regelmatig was er een applaus tijdens het spreken en hoor je de mensen gezamenlijk hier “avé” zeggen. Ook de fanfare stond klaar om muziek te spelen. Plots begon men kleine vuurwerkstokjes te branden, die je in je hand kan houden. Met dit brandende stokje steken ze andere vuurwerkstokjes aan, die andere mensen bij zich hadden. Helaas, ik was niet voorzien van zo een vuurwerkstokje. Plots beginnen de mannen in witte gewaden het grote Maria beeld naar binnen te brengen in de kerk en dit onder een oorverdovend lawaai en applaus van de mensen hier. Het vuurwerk spektakel in de verte bereikte nu zijn hoogtepunt en nu vuurde men de ene pijl na de andere af. Ik ben eventjes de kerk binnengegaan om het spektakel te blijven volgen. De kerk zat bomvol met mensen, vooral ouderen. Nu ja, de jongeren zitten aan het fuiven in de disco’s van Saint Julian. Of staan buiten te zuipen en te eten tussen de heiligenbeelden. De mensen stonden recht langs de zijgangen en zelfs in de middengang. Ook de ingang van de kerk stond vol met mensen. De toeristen kon je er zo uithalen in de kerk. Die waren aan het fotograferen en het filmen. Eigenlijk keek men in de kerk niet op van de toeristen die er waren. Men bracht het Mariabeeld onder een baldakijn langs de zijkant in het midden van de kerk. Het was tamelijk warm en er hadden verschillende vrouwen een waaier bij om verfrissing te hebben tijdens de plechtigheid. In de kerk gaat plots iedereen op zijn knieën zitten om te bidden. Ik voelde dat ik door de warmte ook droog begon te raken en moest dus dringend op het eerste terras dat ik tegenkwam een halve liter “Cisk” bier gaan bijtanken.

In de baai van Saint Julian’s liggen er verlichte bootjes in het wit en rood. De rode lichtjes hebben de vorm van een hart. Hier organiseren ze romantisch boottripjes voor verliefde koppeltjes. Ze varen dan ’s avonds tussen de verschillende andere boten in de baai. Of het was de “love boat by night” zoals er op het bordje stond.

De volgende dag vertrek ik vanuit het hotel met de shuttle bus naar de stad Valletta. Ditmaal verkennen we de omgeving rond de stad Valletta. Langs de wallen kunt U naar de “Lower Barracca Gardens” wandelen. In dit park staat een monument voor sir Alexander Ball, de eerste regeringscommissaris voor Malta. Hij steunde de Maltezen bij hun opstand tegen de Fransen en bestuurde in de jaren daarna het eiland.

In 1992 onthulde koningin Elizabeth hier een monument ter herdenking van de doden uit de Tweede Wereldoorlog en van het uitreiken van het George Cross. De Britten hebben wegen, welvaart, onderwijs en elektriciteit op het eiland gebracht. Maar als men op Malta ergens blij mee is, dan is dat overduidelijk deze medaille. Dit monument voor oorlogsslachtoffers noemt men “The Siege Bell Memorial”. Je kan hier een bordje zien hangen dat je om 12 uur hier niet mag lopen, omdat dan de klok binnenin dit monument zal luiden. Tegenover dit monument zien we een liggend beeld. Dit beeld kijkt in de richting van de “Grand Harbour”.

We lopen de wallen van Valletta verder af richting waterfront. Hier liggen de cruiseschepen in de haven. Vervolgens wandel ik door de “Victoria Gate” en via trappen naar boven kom ik terug in het centrum van Valletta. In het centrum van de stad heb ik enkele muzikanten aan het werk gezien die wat geld proberen bij te verdienen.

Tijd om een terrasje te doen en ik kom terecht op het plein voor de Nationale Bibliotheek, nabij het Grootmeesterpaleis. Op dit plein zien we een standbeeld van koningin Victoria.

Achter de rug van het beeld van koningin Victoria ligt dan de Nationale Bibliotheek. Het huidige neoclassicistische gebouw van de bibliotheek is het laatste bouwwerk dat onder de johannieter orde op Malta tot stand kwam. Het werd in 1796 voltooid, maar het duurde nog tot 1812 voordat de bibliotheek in gebruik genomen kon worden. De ridders zelf hebben er dus geen plezier van kunnen hebben.

Vervolgens ga ik de andere kant van Valletta gaan verkennen. Hier heb je een zicht op de “Marsamxett Harbour”. Op weg naar de andere kant passeer ik het “Manoel Theatre”. Van de Europese theaters die nog min of meer in hun oorspronkelijke staat te bewonderen zijn, is het “Manoel Theatre” een van de oudste. Grootmeester Antonio Manoel de Vilhena liet het gebouw in 1731 verrijzen, opdat de hoogadellijke ridders van toneel en opera konden genieten in de luxueuze ambiance die ze thuis gewend waren. Op 9 januari 1732 was er de eerste voorstelling.

We zien hier ook de Karmelietenkerk. Deze kerk heeft ook een moderne en ovale koepel. Oorspronkelijk is deze kerk gebouwd door Girolamo Cassar in 1575. Ze werd verwoest in de Tweede Wereldoorlog en daarna weer herbouwd. Nabij deze kerk zien we huizen met de ene na de andere houten balkon, bijna allemaal in een groene kleur. Het geheel van al deze balkons heeft wel een mooi zicht. Ook kunnen we de anglicaanse Saint Paul’s kathedraal zien. Ze is gebouwd door en voor de Britten en bezit daarom kenmerken die afwijken van wat bij echte Maltese kerken gebruikelijk is: deze fraaie kerk verrees in een neoclassicistische stijl en kreeg ook een hoge, spitse toren. De kerk werd opgetrokken in de jaren 1836-1843.

Eerst hebben we gewandeld langs de ene kant van “Marsamxett Harbour”. Deze baai had nooit zo een belangrijke havenfunctie als Grand Harbour. We krijgen nu een mooi uitzicht op Sliema, Manoel island. Op het noordpunt van het eiland zie ik het Fort Manoel. Ik wandel verder tot ik de jachthavens in de baai duidelijk in zicht heb. Langs de oever ben ik ook nog een ruïne tegengekomen, recht tegenover Fort Manoel. Soms roept een bestuurder naar je om een ritje te maken in Valletta met paard en koets. Plots zag ik langs de weg enkel de paard en kar staan, maar de bestuurder was niet te zien. Normaal zijn er op verschillende plaatsen in Valletta parkeerplaatsen voorzien, waar je je paard en kar eventjes kan achterlaten. Dit paard en kar stond niet echt reglementair geparkeerd. Eigenlijk gevaarlijk, want het was in een bocht van de weg.

Vervolgens keer ik terug en wandel ik nu richting Saint Elmo Bay. Een kleine inham nabij het Fort Saint Elmo in Valletta. Het eerste rechte stuk dat we passeren heet het “English Curtain”. Het rechte stuk na de hoek is het “French Curtain”. Een curtain heeft hier niets met een gordijn te maken, maar is de term voor een stuk vestingmuur. Deze stukken muur waren ter verdediging toegewezen aan de Engelse, respectievelijke Franse langue, zoals iedere taalgroep van de ridders een stuk van de vestingwerken toegewezen had gekregen.

Nadien komen we bij het Fort Saint Elmo. Omdat in het fort ook de Maltese politieschool is gevestigd, is het grootste deel van het fort verboden gebied. Ook het War Museum is ondergebracht in het Fort Saint Elmo. Aan dit museum heb ik een bezoek gebracht. In dit museum kan je het volgende allemaal zien: verschillende legeruniformen, munitie, medailles, radiocommunicatie toestellen, oorlogshelmen, gasmaskers, oorlogsmateriaal zoals een vliegtuig, motorvoertuig, zijspan, legervoertuigen, een boot en miniatuur onderzeeboten. Je kan hier ook op beeldschermen een film bekijken over de geschiedenis van de oorlog in Malta. Verder zijn er verschillende oude foto’s, kaarten en krantenartikelen te vinden over de oorlog en over de geschiedenis van de militaire macht in Malta. Zo heb ik vernielde foto’s gezien van een gebombardeerd Valletta in de oorlog. Op de foto’s zag ik dat men tijdens de oorlog hier in Valletta rond reed met paard en kar. Eigenlijk was men in Malta weinig voorbereid op de oorlog. De Maltezen zelf zijn erg trots op het ontvangen “George Cross”, dat ook in het museum bewaard wordt.

Je kan hier in Valletta nog andere museums vinden. Zo ben ik ook een kijkje gaan nemen in het archeologische museum. Het is gevestigd in de auberge van de Provence. Het geeft enige achtergrond informatie en bewaart het leeuwendeel van de vondsten die er zijn gedaan. Het museum is gewijd aan de prehistorie tot de bronstijd. Je kan uitleg lezen over de verschillende periodes uit de prehistorische tijd. Je kan een overzicht met jaartallen en uitleg vinden van alle gebouwde tempelcomplexen op Malta. U kan hier oa het volgende zien: keramiek met geometrische versieringen, potten, weefgewichtjes, bronzen bijlen, beeldjes van de godin van de aarde en van de vruchtbaarheid, beelden van mollige figuren zonder kop, het beeld van Venus, scherpe stenen als gereedschap, een ketting gemaakt uit stenen en schelpen,…. Verder zijn er imposante grote vondsten uit de tempels te vinden. Voornamelijk altaren en stenen die voor de bouw van de heiligdommen gebruikt zijn en voorzien van versieringen in reliëf. Maquettes geven een indruk hoe de heiligdommen er in volle glorie moeten hebben uitgezien.

In het archeologisch museum zag ik foto’s van begraafplaatsen. De periode waarin de mens van de landbouw ging leven en leerde keramiek te vervaardigen, noemen de archeologen het Neolithicum (5500 – 2500 v. Chr.). In deze periode werd de gestorven mens ook in foetushouding in de grond begraven om later ”wedergeboren te worden”. Uit de beeldjes van slapende vrouwen die teruggevonden zijn in grafruimtes op Malta leidt men af dat zwangere vrouwen in die tijd misschien één of meer nachten doorbrachten tussen de graven van de doden. Zo kregen de zielen van de gestorvenen de kans om in het nieuwe kind te worden wedergeboren.

Verder heb je hier ook nog het museum voor Schone Kunsten (National museum of Fine arts). De verzameling van het museum omvat vooral schilderijen. Deze zijn op Malta gemaakt of van elders aangekocht door de johannieter ridders. De oudste werken zijn iconen uit de 14de eeuw. Tussen de schilderijen staan er ook enkele beelden.

Ziezo, ik heb de ganse dag de stad Valletta verder kunnen verkennen. Met de shuttle bus gaan we terug naar het hotel.

De volgende dag gaan we Valletta gaan verkennen van op het water. Hiervoor vertrek ik met de shuttle bus naar de haven in Sliema. Daar ga ik op een boot voor de Harbour cruise die één en een half uur zal duren.

Tijdens de rondvaart verkennen we eerst Marsamxett harbour met de jachthavens. In het water van Marsamxett Harbour, tussen Sliema en Valletta, zien we terug Manoel Island liggen. Een bruggetje aan de zuidwestpunt verbindt het eiland met de vaste wal. Het eiland is genoemd naar grootmeester Antonio Manoel de Vilhena, die op de noordpunt van het eiland Fort Manoel liet bouwen, het laatste fort dat onder de johannieter ridders tot stand kwam. Nadien varen we naar de Grand Harbour. We zien hier aan de ingang van de haven een rode brug. Deze brug is nog gemaakt door de Engelsen. We passeren de stad Valletta en varen richting waterfront, waar we een groot cruiseschip zien liggen. Vervolgens passeren we de dokken in de haven waar men reparaties aan de schepen doet. Plots horen we een kanonschot om stipt 12u. Ook horen we de klok van het Siege Bell Memorial luiden. Men doet dit om het geven van het “George Cross” te herdenken. Tijdens de rondvaart passeren we ook de “Drie Steden” Vittoriosa, Senglea en Cospicua. Ze liggen op twee landtongen die tegenover Valletta de Grand Harbour insteken. Ze vormen het dichtstbevolkte stukje Malta. Traditioneel wonen hier de havenarbeiders en ook diegenen die in de fabrieken rond de haven werken. Vittoriosa (3500 inwoners) is waarschijnlijk de oudste plaats aan de Grand Harbour. In de middeleeuwen was het een handels- en visserplaatsje. Senglea ligt op een landtong. Zijn naam dankt het aan grootmeester La Sengle, die zorgde dat er een stadje kon ontstaan op de landtong waar grootmeester De Homedes een uitgestrekt park had bezeten. Senglea heeft één grote trekpleister: aan het uiteinde van het stadje ligt het park Safe Haven Gardens met een wachtpost (“de vedette”). Dit torentje, waarin wachtposten beschutting konden vinden, is versierd met symbolen van waakzaamheid (een oog, een oor) en boven de ingang een pelikaan. Cospicua (8000 inwoners) was ontstaan als een voorstad van Senglea en Vittoriosa. Nadien varen we met de boot terug naar de haven in Sliema.

Bij aankomst in de haven van Sliema, maak ik eerst een wandeling tot voorbij het bruggetje naar Manoel island. Vervolgens wandel ik terug en ga ik de andere richting verkennen. Hier komen we terecht bij een shopping centrum (shopping Mall). Een beetje verder kunnen we het fort Tigne zien. Dit is niet toegankelijk en het is aangelegd in 1792, vlak voordat de ridders van Malta werden verdreven. Het was bedoeld om samen met het aan de overzijde gelegen fort Saint Elmo de toegang tot Marsamxett Harbour te beschermen. Van hieruit heb je weer een prachtig zicht op Valletta. Ik keer terug naar de haven van Sliema. Hier kan je verschillende winkels vinden om te shoppen. Hier is er het Plaza shopping centrum.

Als ik iets vroeg aan de Maltezen, die bijvoorbeeld in de winkel aan de kassa stonden, dan merkte ik soms een zakelijke en beleefde stijl en soms een lachende spontane stijl in hun communicatie met mij. Op vakantie verkies ik wel de lachende spontane stijl van omgang. De Maltezen hebben van alle overheersers en buurvolken wel iets overgenomen. Het meest in het oog springt de combinatie van Engelse omgangsvormen en stijl met een zuidelijke spontaniteit en warmte. Aan U om te bepalen of de Maltezen inderdaad gastvrij, behulpzaam, ijverig, spontaan of vriendelijk zijn.

De volgende dag vertrek ik met de “Hop on Hop off” bus aan de haven in Sliema. Er zijn hier 2 verschillende busmaatschappijen die een rondrit aan bieden op Malta, nl “CitySightSeeing” en “MaltaSightSeeing”. Met deze bus ga ik het zuiden van Malta verkennen. Deze bus stopt op verschillende plaatsen tijdens de rondrit. Je kan zelf bepalen of je blijft zitten op de bus of dat je gaat afstappen. Ieder half uur kan je met je ticket terug op de volgende bus stappen. Ik verkies om op het bovendek te zitten waar je in de openlucht zit. Met een koptelefoon kan je de uitleg horen met informatie over de bezienswaardigheden langs de weg.

Met de bus komen we aan in Vittoriosa. Hier kunnen we de typische Maltese huizen zien met hun erkers en driedubbele deuren. De Laurentiuskerk steekt boven alles uit. In de 12de eeuw stond hier een parochiekerk, die in de 15de eeuw vervangen werd. Het huidige kerkgebouw dateert van 1697 en is ontworpen door Lorenzo Gafa. De bus rijdt door en we zien terug de verschillende wijngaarden op rode vruchtbare grond, nabij het vissersdorpje Marsaxlokk. In Marsaxlokk stap ik van de bus en neem ik de tijd om het vissersdorpje en het plaatselijke marktje nogmaals te verkennen. Op de kade kan je de visnetten zien liggen. Voorbij Marsaxlokk zien we een haven liggen met verschillende containervrachtschepen.

Vervolgens stap ik van de bus om Limestone Heritage te gaan bezoeken. Waar zijn we nu terechtgekomen dacht ik. Als we de weg naar beneden volgen kom je aan de ingang van Limestone Heritage. Hier kom je alles te weten over de belangrijkste grondstof van Malta, nl de kalksteen. Er is hier een museum dat ligt in een oude kalksteengroeve, die niet meer gebruikt wordt om kalksteen te winnen.

Economisch interessante delfstoffen ontbreken in de bodem van Malta. Het gas en de olie die onder de zeebodem zijn aangetroffen, zitten bijzonder diep en zijn moeilijk winbaar. Wel is de globigerinenkalksteen voor Malta een soort bodemschat, want deze is heel geschikt als bouwmateriaal. Als dit gesteente pas gewonnen is, is het zacht en kan het gemakkelijk worden bewerkt. Na verloop van tijd wordt het tamelijk hard en krijgt het een iets donkere tint. De indrukwekkende prehistorische tempels werden er al mee opgetrokken. Waar dit gesteente dicht bij het oppervlakte ligt, wordt het gewonnen in grote steengroeven. Het bezit van een stuk grond met winbare globigerinenkalksteen is tamelijk lucratief: de maatschappij die de steen wint, betaalt de grondeigenaar een vergoeding en is bovendien verplicht het terrein weer in bruikbare staat op te leveren. De gigantische kuilen die zo ontstaan, liggen beschut tegen de wind. Men gebruikt ze daarom vaak om olijven- of sinaasappelboomgaarden in aan te leggen. Ook worden er wel huizen in gebouwd. De andere belangrijke kalksteensoort is de koraalkalksteen. Dit gesteente is harder dan de globigerinenkalksteen en bestand tegen zout water. Men past het toe aan de buitenkant van gebouwen die dicht bij zee staan. De johannieter ridders gebruikten deze steen voor hun vestigingen.

Eerst heb ik naar een film kunnen kijken over de geschiedenis en het belang van de kalksteen voor Malta. Veel bezoekers zijn er hier niet en ik zat alleen in de filmzaal. Zo kon ik de film in mijn eigen landstaal zien. De kalksteen werd vroeger al gebruikt voor de prehistorische tempels en wordt nu ook nog gebruikt bij de bouw van huizen.

Nadien kon je rondlopen langs verschillende plaatsen, waar je een duidelijk beeld kreeg over de geschiedenis van het winnen van kalksteen en het transport ervan. Met een koptelefoon kon je alles beluisteren in je eigen landstaal. In het begin kapte men de stenen los met een houweel of met een hamer en beitel. In een mand werden de stenen gelegd en men droeg de manden weg. Een tijdje later gebruikte men een paard en kar om de stenen te vervoeren. Nog wat later gebruikte men een “Dodge” truck. Zo heb ik er hier zelfs nog één op Malta zien rondrijden. De grootste vooruitgang is er gekomen toen men met een dieselmotor op rails en een ronde slijpzaag de stenen recht kon snijden. Later voerde men een transportband in om de stenen in de truck te laden. In deze vroegere kalksteengroeve zien we nog waar er gesneden is.

Je kan hier huizen zien, gemaakt met kalksteen. In de huizen werden er nissen gebruikt om dingen in op te bergen. Bij het bekijken van het plafond zien we lange rechthoekige stenen liggen in kalksteen. Ook werd er hout gebruikt bij de bouw van huizen. Hier kon je ook een volledig stenen huis zien in de vorm van een iglo. Dit hebben we ook tegengekomen in het noorden van Malta, maar niet in zo een goede staat. Dit diende om in uit te rusten of om hun werkmateriaal in op te bergen.

Hier zie ik ook mensen aan het werk, die kleine figuurbeelden maken uit kalksteen. Verder is er hier op de bodem beplanting gekomen met bomen. Op deze plaats lopen nu verschillende dieren rond. Er is ook een ruimte met een overzicht van alle manuele werkmaterialen die gebruikt zijn om kalksteen te winnen in de kalksteengroeven. Ik vond dit zeker de moeite waard om dit museum in de vroegere kalksteengroeve te bezoeken.

’s Avond ben ik naar de “Extravaganza show” geweest, een show over de geschiedenis van Malta met veel dansers en ridders. Bij het binnenkomen van de zaal werden we direct gekatapulteerd naar de middeleeuwen. De ruimte was rechthoekig en het deed me denken aan een middeleeuwse zaal uit een groot kasteel. Tijdens de show kregen we ook een middeleeuwse maaltijd geserveerd. De ijzeren bekers, de borden en het bestek passen bij het middeleeuwse decor. Er stond naast water, zowel witte als rode wijn op tafel. In passende kledij serveerde men als voorgerecht rijst gemengd met vlees, vervolgens als hoofdgerecht kip, aardappelen en een stuk vlees. Als dessert kregen we een stuk taart.

Er was een publieksentertainer die naar alle kanten van de zaal ging om de sfeer er in te brengen tijdens de show. Er was een spreekster die de geschiedenis van Malta vertelde met een boek in de hand. Dit stuk in de geschiedenis werd nadien dan uitgebeeld met oa dans of met ridders te paard. Zo zag ik een uitbeelding van oa de schipbreuk van Paulus, de komst van Napoleon, riddergevechten met zwaard, carnaval in Malta, de inval met schepen op Malta, enz… In totaal waren er twaalf verhalen uitgebeeld. Er werden ook enkele mensen uit het publiek gehaald en die werden dan door grootmeester La Valette tot ridder geslagen in de johannieterorde. Doordat er veel ridders op een paard rondreden tijdens de show in de zaal was het soms nodig dat men de uitwerpselen van de paarden moest opkuisen tijdens de show. Zo kwam er geregeld onder daverend applaus een opruimer de arena binnen om de paardenstront te verwijderen van de vloer. Dit was voor mij een prachtig spektakel in een uniek decor.

Deze show ging door in een gebouw nabij de luchthaven op Malta. De vluchtnummers van de vluchtmaatschappij “Air Malta” beginnen allemaal met KM. Dit betekend “Knights of Malta” of de ridders van Malta.

woensdag 12 september 2012

Reisverslag Malta: einde 2e week



De volgende dag vertrek ik weer naar de haven van Sliema, waar ik deze maal de “Hop on Hop off” bus neem. Ditmaal ga ik het noorden van Malta verkennen met deze bus. Ik ga terug boven zitten op de bus, in de openlucht. Uiteraard passeer je nu ook weer plaatsen waar je al geweest bent. Langs de weg hebben we oude aquaducten kunnen zien uit de tijd van de Romeinen.

Ik ben afgestapt van de “Hop on Hop off” bus om de San Anton Gardens te gaan bezoeken. Grootmeester De Paule, die regeerde van 1623 tot 1636, bezat een paleisje, dat hij tijdens zijn regeringsperiode aanzienlijk liet uitbreiden. Hij trok zich niets aan van de gelofte van armoede en kuisheid die hij als beginnend ridder had moeten afleggen en voerde in het paleis een meer dan vorstelijke staat, met honderden dienaren. De tuinen die hij bij dit paleis liet aanleggen, vormden het allereerste begin van de huidige San Anton Gardens. In latere tijd was het San Anton Palace ook zomerresidentie van de Britse gouverneur en sinds 1974 dient het als presidentieel paleis. De tuinen staan vol tropische en subtropische bomen (vooral palmen), planten en cacteeën. U kunt het park ook verlaten door de achteringang, via een galerij die langs het paleis loopt. Achter de bordjes “private garden” en de half dichtgetimmerde vensters gaat de tuin van de president schuil. De achteruitgang komt uit op een straatje met mooie villa’s en een speeltuin, San Anton street.

Het was wel aangenaam en rustig om hier in deze tuin te wandelen. Hier was er ook een klein museum te vinden waar ik een kijkje ben gaan nemen. Hier kon je meer te weten komen over de tradities van het Maltese volk. Kleine bewegende popjes beelden de verschillende ambachten uit die belangrijk waren voor de Maltezers. Zo waren er onder andere uitbeeldingen van de visvangst, kantklossen, weven, brood bakken, hout hakken, rieten manden maken, het huishouden doen, schoenmakers, een smid, enz… Het was wel leuk om dit te zien. In het museum kon je traditionele Maltese muziek horen. Ook waren er kunstwerken te zien die op ambachtelijke wijze zijn gemaakt.

Vervolgens trekken we met de bus terug naar de stad Mdina. Bij mijn eerste bezoek vond ik Mdina al een indrukwekkend mooie stad. Naar Mdina wou ik nog eens terugkeren, om ditmaal op een rustige manier deze stad verder te verkennen. Zo ben ik een kijkje gaan nemen in het kathedraal museum en dan in de Petrus-en-Pauluskathedraal. Weer vallen de prachtige beschilderde versieringen op aan het plafond. We zien in de kathedraal beelden staan, schilderijen tegen de muren en ook een orgel. Uiteraard vallen op de vloer de grafstenen op samengesteld uit marmer in verschillende kleuren. Op een marmeren steen op de vloer in de kerk zag ik een overlijdensdatum (jaartal 2006) staan. Ik heb aan een vriendelijk man, die aan de uitgang van de kathedraal zat, gevraagd of er werkelijk mensen in deze kathedraal begraven waren. Ik wees dan naar de marmeren steen op de vloer die ik daarjuist gezien had. Daar lag namelijk zijn overleden schoonbroer begraven. Met veel enthousiasme begon hij over de kathedraal te spreken. In totaal waren er 153 marmeren stenen op de vloer, waarvan er in de kathedraal momenteel 53 mensen zijn begraven. De overige 100 marmeren stenen op de vloer dienen als een gedenkplaat. De mensen die in deze kathedraal begraven waren, waren meestal priesters of heiligen die iets voor de kerk gedaan hadden.

Verder heb ik in de verschillende smalle straten gewandeld. Er was hier zelfs een auto in deze smalle straat aan het rijden. De breedte van de straat is iets groter dan de breedte van de wagen. Enkel de mensen die hier wonen mogen met de wagen in de stad rijden.

Vervolgens ben ik een kijkje gaan nemen aan de andere toegangspoort de “Greek’s Gate”. Nadien ben ik naar de Howard Gardens gewandeld. De Howard Gardens scheiden Rabat van Mdina. Het is een mooi park en een prettige plek om in de schaduw van de bomen op de bus te wachten.

Nabij Mdina, vlak bij de Greek’s Gate, kan je ook het Roman Villa Museum vinden. Over de resten van een Romeinse villa, die in 1861 gevonden werd, heeft men een museum gebouwd. Het museum bezit een collectie van voornamelijk Romeinse archeologische vondsten: beelden, zuilen, aardewerk en metalen voorwerpen. Eén van de benedenzalen is een reconstructie van hoe het peristylium (door zuilen omgeven binnenplaats) van het Romeinse huis dat hier stond, eruitzag. Er ligt een groot mozaïek, voor het merendeel bestaande uit meanderachtige ornamenten. In het midden is een schaal met twee vogels afgebeeld. In een kleiner zaaltje naast het peristylium ligt een vloer die deels uit mozaïekornamenten bestaat, deels uit ruitvormige tegeltjes. Buiten kan je nog overblijfselen zien van de vroegere Romeinse villa.

Ik stap terug op de bus en via Mosta rijdt de bus naar de “golden beach” in het noord westen van Malta. Hier stap ik terug van de bus en neem ik een pauze van 1 uur. In deze baai hier kan je enkel maar 3 hotels vinden en een goudkleurig strand. Gelukkig kan je hier een tent vinden om de dorst te lessen.

Met de “Hop on Hop off” bus passeer ik nogmaals Saint Paul’s Bay en het vorige hotel. Bij het rijden langs de kust, voel je boven op de bus nu de wind in je aangezicht. Nu keren we terug naar ons hotel.

De volgende dag ga ik een grote boottocht doen, volledig rondom het eiland Malta, Comino en Gozo. Hiervoor stap ik op een grote boot in de haven van Sliema. De rondvaart gebeurd in wijzerszin. De meest indrukwekkende passage was het zien van de “Dingli cliffs”. Het zien van de “Dingli cliffs” van op het vaste land was voor mij niet zo spectaculair. Dit stukje natuur moet je zien van op de zee. Onze boot vaarde tamelijk dicht tegen deze kliffen. Nu pas merk je hoe klein je bent als je naar omhoog kijkt. Ik merkte zelfs nog een kleiner motorbootje op naast deze hoge klif. Echt indrukwekkend!

We kunnen voorbij Valletta kweekvijvers voor vissen in het water zien. Zo passeert de boot ook weer de blauwe grot, en later de Fungus Rock en Azure window langs de kustlijn in Gozo.

Tijdens de rondvaart krijgen we een middagmaal aangeboden, namelijk een koude schotel. Ondertussen merken we langs de kustlijn in Gozo dat er lange touwen van op het vasteland langs de hoge kliffen in het water terechtkomen. Dit dient voor de krabvangst.

Het meest spectaculair was dat de grote boot ging binnenvaren in een grot langs de kustlijn van Gozo. Meestal gebruiken ze hier kleinere motorbootjes om de verschillende grotten langs de kustlijn te gaan verkennen. Iedereen sprong recht en ging naar voor op de boot om foto’s te nemen. De kapitein kreeg een daverend applaus op de boot na het buitenvaren van de grot.

We krijgen in de verte terug het eiland Comino te zien. Neen, het eiland dat we in de verte zien is niet Sicilië! In de Blue Lagoon maakt onze boot een stop van 2 uur. Ondertussen hadden we al 4 uren gevaren. Je kan de kleine visjes in het heldere water duidelijk waarnemen. Terug die drukte hier, geconcentreerd op een kleine oppervlakte aan de Blue Lagoon.

Na het vertrek van de boot richting de haven van Sliema, passeren we de Elephant Rock op Comino eiland. Het zal nog 1,5 uur duren voor we terug in de haven van Sliema zijn. De kapitein vroeg of we de dolfijnen zagen aan de linkerkant. Veel mensen gingen aan de linkerkant kijken, maar zagen geen dolfijnen. Helaas de kapitein zag ze ook niet, daarom dat hij het vroeg. Een grapje van de kapitein.

We passeren in de verte Melieha beach (het grootste zandstrand in Malta), Saint Paul’s Bay, Salina Bay en dan de verschillende hotels nabij Saint Julian’s Bay en Sliema. Deze rondvaart was een leuke en plezante dag en zeker een aanrader om Malta, Gozo en Comino vanop een afstand in de zee te bekijken.

Malta is een zeer katholiek eiland, maar eigenlijk gaat het tijdens de avond en nacht hier in Saint Julian’s Bay niet zo katholiek aan toe. Wanneer Valletta al in een diepe slaap is, wordt hier in Saint Julian’s Bay de volumeknop nog eens extra opengedraaid. De jongeren komen naar de uitgaansbuurten waar de disco’s en bars geconcentreerd zijn. Nabij een winkelcentrum loopt er een trap naar boven met links en rechts dan de disco’s en bars. Wat een drukte hier! Op deze trap zijn er mensen die U trachten binnen te krijgen in hun fuiftempel. Men geeft U kleine kaartjes, waarmee je dan een gratis drankje kan krijgen. Er lopen hier veel mooi uitgedoste jonge vrouwen rond. Het leken wel allemaal versierde poppetjes of misschien wel Matroeska’s. Met de Vodka bar en de Moskou club passeren we fuiftempels met een Russische naam. De zatte en kotsende medemens heb ik hier ook gezien.

Er zijn hier ook “private gentlemen clubs” waar er enkel mannen binnen mogen. Een vrouw verdeelde het gratis toegangsticket voor deze bar. Haar “balkon” was goed zichtbaar. Nu ja, een goede presentatie is ook belangrijk om het volk te lokken naar de “private gentleman club”.

Ik zag mensen met hun valies de trappen opgaan in al die drukte ’s avonds op zoek naar hun hotel. Hun hotel of vakantieverblijf was hier vlak boven de clubs. Men verhuurt hier dus kamers voor vakantiegangers. Deze jonge mensen komen enkel maar om ’s avonds te fuiven en overdag op het strand te liggen. Ik denk dat ze eigenlijk Mdina niet zullen zien hier op Malta.

Nabij deze uitgaansbuurt heb je ook een winkelcentrum. In het winkelcentrum kan je op de vloer verschillende tegels zien met een afdruk van handen. Waarschijnlijk van belangrijke en misschien wel beroemde mensen die hier geweest zijn. Een soort “Walk of fame”, zoals op de Hollywood boulevard in Los Angeles. Op een avond kon je hier in het winkelcentrum, nabij een drankgelegenheid, een salsa initiatieles volgen. Er is hier genoeg animatie, zoals het zien van Turkse buikdanseressen. Je kan hier bij deze act in een sofa een Turkse pijp liggen roken. Verder zie je hier een schietstoel, die je met behulp van een grote kraan de lucht laat inschieten, waarna je dan op en neer bengeld. Ondertussen kan iedereen op televisiebeelden je gefilmde gezicht zien vol met angst. Naast de vele eet en drinkgelegenheden zijn er hier in de nabijheid ook nog internetcafés, tattoo shops en karaoke bars te vinden.

De volgende dag heb ik te voet de volledige omgeving verkend in Saint Julian’s Bay tot nabij Sliema. Saint Julian’s was oorspronkelijk een vissersplaatsje. Nu drijft het geheel en al op het toerisme. Er is een ruime keus aan hotels, restaurants, bars en andere uitgaansgelegenheden. Het dorp werd ook wel Spinola genoemd, naar een paleis uit 1688 dat op een helling boven de baai staat. Dit paleis is gebouwd voor ridder Raffaele Spinola.

Tijdens mijn wandeling heb een opvallend neoklassiek gebouw gezien met vele witte zuilen op de landtong Dragonara Point. Dit is het enige casino van Malta. Vanaf bijna elk punt kun je ook een modern en hoog gebouw zien. Eerst passeren we Saint George Bay, waar er een klein strand is. Hier zag je zelfs ’s nachts enkele jongeren zwemmen. Ook horen we hier het vuurwerk knallen op klaarlichte dag en is er rook te zien.

Ik passeer terug de plaats waar de bars en disco’s geconcentreerd zijn. Men is nu in de morgen deze plaats aan het schoonmaken. Je ziet nu veel afval op de grond liggen van afgelopen nacht.

De sleutelwoorden voor deze reis zijn grotten, koepelkerken en ridders. Hier op Malta wordt je terug in de tijd gekatapulteerd naar de ridders en kruisvaarders. Ik kijk met een tevreden gevoel terug op deze reis in Malta. Malta is zeker de moeite waard om op reis te gaan en te ontdekken. Ik zou het zelfs de verborgen parel in de Middellandse zee noemen. Het is een eiland dat bruist, leeft en knalt. Vanuit de lucht in het vliegtuig werpen we nog een laatste blik op Malta, waar we nu bepaalde punten herkennen, zoals oa de Blue lagoon nabij Comino, de blauwe grot, enz… Ik wil alle medereizigers tijdens de rondreis bedanken voor het leuke reisgezelschap. Ook wil ik de reisleidster Linda bedanken, die bijna alle uitstappen begeleid heeft op Malta. Ze bleef maar in de bus vol enthousiasme over Malta vertellen. Mijn reisverslag zal misschien andere mensen motiveren om het vuurwerk aan te steken en naar Malta te vliegen.

vrijdag 8 juni 2012

Reisroute in Malta


Dag 1: Brussel - Malta

Aankomst in Malta. Check-in in het hotel San Antonio & Spa in Saint Paul’s Bay.

Dag 2: Valletta

Bezoek in de voormiddag aan de historische hoofdstad met de mooiste natuurlijke haven van Europa. In de “Upper Baracca Gardens” geniet U van een panoramisch uitzicht over de grote haven van Valletta. Te voet verkent U de oude hoofdstad. Je bezoekt de Saint John’s Co-Cathedral (de thuis van Caravaggio’s meesterwerk) en het Grootmeesterpaleis (met de Houses Parliament en de offices van Malta’s president). Terugkeer naar hotel San Antonio & Spa in Saint Paul’s Bay. Vrije namiddag in Saint Paul’s Bay.

Dag 3: Gozo

Vanuit Cirkewwa neemt U de veerboot naar Gozo. Boottocht naar het eiland van de legenden. Je bezoekt de Ggantije Prehistorische Tempels in Xaghra en de hoofdstad Victoria met zijn Citadel en kathedraal. In Dwerja ziet U het “Azure Window”, de “Fungus Rock” en de binnenzee. ’s Avonds met de veerboot terug naar Malta. Terugkeer naar hotel San Antonio & Spa in Saint Paul’s Bay.

Dag 4: Comino

Boottocht rond het eiland Comino met zijn verschillende grotten. Verblijf aan de Blue Lagoon met zijn helder blauw water. Bezoek aan de wachttoren Saint Mary op het eiland Comino. Op de terugvaart naar Saint Paul’s Bay ziet U de “Elephant Rock”. Terugkeer naar hotel San Antonio & Spa in Saint Paul’s Bay.

Dag 5: Blauwe Grot en Marsaxlokk

Vandaag zak je af naar de zuidkust en bezoek je de schilderachtige Blauwe Grot. Per boot vaar je in de grot om kennis te maken met de prachtige onderwaterflora. Nog iets meer naar het Zuiden ontdek je het typische vissersdorpje Marsaxlokk. In Marsaxlokk heeft U de tijd om langs de markt te slenteren en de felgekleurde traditionele vissersboten te bewonderen, de “luzzu”. Terugkeer naar hotel San Antonio & Spa in Saint Paul’s Bay. Vrije namiddag in Saint Paul’s Bay.

Dag 6: Mosta - Crafts Village - Mdina - Dingli Cliffs

Eerst stop je in Mosta, waar je de 3de grootste dom van Europa betreedt. Vervolgens gaan we naar Crafts Village. In het handwerkcentrum Ta Qali vervaardigen ambachtlieden lokale producten zoals glas, zilver, keramiek en aardewerk. Dan gaan we verder naar de stad Mdina met vestingswerken die teruggaan tot de 9de eeuw. Je zal beslist onder de indruk zijn van het sprookjesachtige Mdina, ook de Stille Stad genoemd. We wandelen door het stadje en bezoeken de bastions voor een mooi uitzicht over het eiland. In Rabat bezoek je de Saint Paul’s graftomben. Na de typische Maltese lunch in één van de dorpsrestaurants, wordt er even halt gehouden voor een panoramische blik van op de “Dingli Cliffs”. We stoppen even aan de prehistorische karrensporen. Terugkeer naar hotel San Antonio & Spa in Saint Paul’s Bay.

Dag 7: Prehistorische Tempels

Werp een blik op het rijke verleden van Malta. Unieke archeologie met het bezoek aan de prehistorische tempels (3000 v.C.) van Tarxien. In Ghar Dalam daal je af in de “Cave of Darkness” die nog fossielen van prehistorische dieren herbergt. Je bezoekt ook nog de prehistorische tempels van Hagar Qim (3500 – 3000 v.C.). Vrije namiddag in Saint Paul’s Bay.

Dag 8: Saint Julian’s Bay

Verlenging van verblijf in Saint Julian’s Bay. Transfer naar hotel Radisson Blu Resort Malta in Saint Julian’s Bay voor de strandvakantie. Er zijn hier verschillende sportmogelijkheden. Vrije dag. Wandeling en verkenning van Saint George’s Bay en Saint Julian’s Bay.

Dag 9: Valletta

Transfer met een shuttle bus naar Valletta. Vrije dag in Valletta. Verkenning van de omgeving rond de stad Valletta. Passage langs de “Lower Baracca Gardens”, het monument voor oorlogsslachtoffers “The Siege Bell Memorial”, waterfront, de “Victoria Gate”, de Nationale bibliotheek, het “Manoel Theatre”, de Karmelietenkerk, de anglicaanse Saint Paul’s kathedraal en het Fort Saint Elmo. Naast de “Grand Harbour” kan je een blik werpen op de “Marsamxett Harbour”. Bezoek aan het oorlogsmuseum en het archeologische museum. Terugkeer naar hotel Radisson Blu Resort in Saint Julian’s Bay.

Dag 10: Sliema en Harbour cruise

Transfer met een shuttle bus naar de haven in Sliema. Van hieruit doe je een rondvaart van 1,5 u in “Marsamxett Harbour” met de verschillende jachthavens en de “Grand Harbour” met een prachtig zicht op Valletta. Tijdens de rondvaart passeer je ook de “drie steden” Vittoriosa, Senglea en Cospicua. Ze liggen op twee landtongen die tegenover Valletta de Grand Harbour insteken. In de namiddag verkenning van Sliema met verschillende shopping centra. Wandeling naar Manoel Island en fort Tigne. Terugkeer naar hotel Radisson Blu Resort in Saint Julian’s Bay.

Dag 11: Zuid Malta

Transfer met een shuttle bus naar de haven in Sliema. Van hieruit neem je de “Hop on Hop off” bus die het zuidelijk gedeelte van Malta gaat verkennen. Zo passeren en stoppen we in Vittoriosa, het vissersdorpje Marsaxlokk. Bezoek van Limestone Heritage, een museum in een oude kalksteengroeve over de geschiedenis en belangrijkste grondstof van Malta, de kalksteen. Terugkeer naar hotel Radisson Blu Resort in Saint Julian’s Bay. ’s Avonds kan je naar de “Extravaganza show” gaan. Dit is een show over de geschiedenis van Malta met veel dansers, paarden en ridders in een middeleeuws decor.

Dag 12: Noord Malta

Transfer met een shuttle bus naar de haven in Sliema. Van hieruit neem je de “Hop on Hop off” bus die het noordelijke gedeelte van Malta gaat verkennen. Bezoek aan de San Anton Gardens, een prachtige grote tuin en het bijhorende presidentieel paleis. Je kan een bezoek maken aan een museum waar je meer te weten komt over de tradities van het Maltese volk. Bezoek aan de Petrus-en-Pauluskathedraal in Mdina met prachtige beschilderde versieringen op het plafond en de marmeren grafstenen op de vloer. Wandeling door de Howard Gardens. Nabij de Greek’s Gate, kan je een bezoek brengen aan de Roman Villa Museum. Dit museum bevat een collectie van Romeinse archeologische vondsten. In het noord westen van Malta stoppen we aan de “golden beach”. Terugkeer naar hotel Radisson Blu Resort in Saint Julian’s Bay.

Dag 13: Cruise rond Malta, Gozo en Comino

Transfer met een shuttle bus naar de haven in Sliema. Van hieruit doe ik een volledige rondvaart rond het eiland Malta, Gozo en Comino in wijzerszin. Je kan van op zee de “Dingli cliffs” bewonderen. Middagmaal voorzien op de boot. De boot maakt een stop in de “Blue Lagoon”. Vrije tijd op het eiland Comino. Terugkeer naar hotel Radisson Blu Resort in Saint Julian’s Bay.

Dag 14: Saint Julian’s Bay - Saint George’s Bay - Sliema

Vrije dag in Saint Julian’s Bay, Saint George’s Bay en Sliema. Sliema en Saint Julian’s Bay vormen samen de boulevard langs de zuidkust. Hier kan men winkelen, eten en drinken. In Saint George’s Bay is het uitgaansleven van Malta geconcentreerd.

Dag 15: Malta - Brussel

Transfer naar de luchthaven voor terugvlucht naar Brussel.